Alcohol schenken aan meerderjarigen. Dat mag (niet)

Auteur: Tanne van Wissen
Wet- en regelgeving 7 januari 2019
Alcohol schenken aan meerderjarigen. Dat mag (niet)

Vragen jouw medewerkers bij elke bestelling van een alcoholhoudende drank het legitimatiebewijs van de koper zodat zijn of haar leeftijd kan worden gecontroleerd? Waarschijnlijk niet. Het is ook niet altijd noodzakelijk om een legitimatiebewijs te vragen. Toch is het als werkgever van belang om bewust te zijn van de risico’s indien niet om legitimatie wordt gevraagd. In dit artikel ga ik in op de verplichting tot het vaststellen van iemands leeftijd.

In de Drank- en Horecawet is een verbod opgenomen om alcohol te schenken aan personen waarvan niet is vastgesteld dat ze 18 jaar oud zijn. Het verbod houdt dus niet alleen in dat geen alcohol mag worden geschonken of verkocht aan een persoon die jonger is dan 18 jaar, er is óók de verplichting om vast te stellen wat de leeftijd is van de persoon aan wie alcohol wordt verkocht.  

Wat wordt er van jouw werknemers verwacht?

Het vaststellen van iemands leeftijd kan aan de hand van een legitimatiebewijs. Vaak kan ook op basis van iemands uiterlijk al worden vastgesteld dat die persoon ouder is dan 18 jaar. Denk bijvoorbeeld aan uiterlijke kenmerken als (natuurlijk) grijs haar en een zware, volwassen stem. In dat geval hoeft geen identiteitsbewijs te worden gevraagd om de leeftijd vast te stellen. Let wel: deze uitzondering gaat alleen op als het een persoon is die onmiskenbaar de vereiste leeftijd heeft bereikt. Maar wanneer is hier sprake van? Kun je blind vertrouwen op wat je ziet?

Wanneer is sprake van onmiskenbaar de vereiste leeftijd?

Het moet overduidelijk zijn dat iemand ouder is dan 18 jaar. Wanneer wordt getwijfeld over de leeftijd, zal om een legitimatiebewijs moeten worden gevraagd. Een paar voorbeelden waarbij het mis ging.

De jongen die het drankje bestelde droeg een spijkerbroek met gympen en had een babyface, zonder baardgroei.

Aan een discotheek is een boete opgelegd omdat ten onrechte niet om een legitimatiebewijs is gevraagd bij het bestellen van een alcoholhoudende drankje. De jongen die het drankje bestelde droeg een spijkerbroek met gympen en had een babyface, zonder baardgroei. Volgens de controleambtenaren kon het barpersoneel gelet op de uiterlijke kenmerken als lichaamsbouw, gelaat, kleding en gedrag niet vaststellen dat de jongen onmiskenbaar de vereiste leeftijd heeft bereikt.

Ook de kantine van een camping ontloopt een boete niet. Er is bier geschonken aan twee jongens, zonder dat om een legitimatiebewijs is gevraagd. In deze zaak werd door de controleambtenaren wederom gekeken naar de uiterlijke kenmerken als lichaamsbouw, gelaat, kleding en gedrag. Dat van de twee jongens een wél de vereiste leeftijd voor het drinken van alcohol heeft bereikt, maakt voor de overtreding niet uit. Voor het voorkomen van een boete moet het overduidelijk zijn dat de koper 18 jaar of ouder is (ook al blijkt de koper achteraf wél meerderjarig te zijn).

Maatregelen voor de werkgever?

Als exploitant ben je lang niet bij elke verkoop betrokken. Vaak wordt in gerechtelijke procedures aangevoerd dat de exploitant diverse maatregelen heeft getroffen en dat hij niet altijd verantwoordelijk kan worden gehouden voor de handelwijze van zijn personeel. De rechter heeft hier doorgaans geen boodschap aan.

Als maatregel voor dit probleem is vanuit het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel afgesproken dat in supermarkten aan iedereen die jonger is dan 25 jaar en alcohol wil kopen om een legitimatiebewijs wordt gevraagd. Om de bekendheid te vergroten wordt al langere tijd de campagne NIX18 gevoerd (ook bekend bij horecaexploitanten). Medewerkers worden geïnstrueerd en hebben een toets afgelegd. Daarnaast worden medewerkers regelmatig op andere manieren op de controle verplichting gewezen (zoals door posters, tijdens teamoverleggen en presentaties). Bij sommige supermarkten is de kassa zo ingericht dat de leeftijd van de klant moet worden ingevoerd. Heeft de klant onmiskenbaar de leeftijd van (in dit geval zoals onderling afgesproken) 25 jaar bereikt, dan kan een speciale code worden ingevoerd.

Ook in de horeca worden maatregelen getroffen om personeel te informeren over de regels uit de Drank- en Horecawet. In een wat oudere zaak hebben de inspanningen van de exploitant niet mogen baten. De werkgever heeft zijn medewerkers naar eigen zeggen goed geïnstrueerd door het afspelen van een cd-rom en het geven van voorlichting in de personeelskrant. De rechtbank bevestigt dat de exploitant verantwoordelijk is voor de handelwijze van zijn personeel. Het uitgangspunt van de wet is dat in beginsel altijd de leeftijd moeten worden gecontroleerd. De maatregelen die door de exploitant zijn uitgevoerd, leiden volgens de rechtbank niet tot de conclusie dat van de wet moet worden afgeweken.

In de zoektocht naar dit soort uitspraken, stuitte ik nog op de volgende rechtspraak (niet ons rechtsgebied, maar wel interessant). Een exploitant van een winkel heeft zijn medewerker (op staande voet) ontslagen, nu deze medewerker in korte tijd vijf maal de wet en regels omtrent de verkoop van alcohol heeft overtreden, terwijl zij hier elke keer op is aangesproken en telkens duidelijke schriftelijke waarschuwingen heeft gekregen. De rechtbank overweegt dat de medewerker door herhaalde overtredingen haar werkgever bloot heeft gesteld aan het risico dat hoge boetes worden opgelegd. Bovendien heeft zij door haar handelen meerdere keren de gezondheid van personen onder de 18 jaar in gevaar gebracht en ondermijnt zij het door de overheid gevoerde beleid ten aanzien van de verkoop van alcohol aan personen onder de 18 jaar. Het handelen van de medewerker is ernstig verwijtbaar en de arbeidsovereenkomst wordt per direct ontbonden.

Uit het voorgaande blijkt dat je als werkgever verantwoordelijk wordt gehouden voor overtreding van de Drank- en Horecawet en het personeel goed moet worden geïnstrueerd. Volgt een getrainde medewerker de instructies niet op, dan kan (zoals uit het genoemde voorbeeld blijkt) ontslag onder voorwaarden tot de mogelijkheden behoren.

Wat zijn de gevolgen?

Gaat het dan toch fout en wordt een overtreding geconstateerd dan wordt er bestraft door de burgemeester. Bij overtreding van de verplichting om iemands leeftijd vast te stellen kan een bestuurlijke boete worden opgelegd. De hoogte van deze boete is (op dit moment) € 1360,- voor ondernemingen met minder dan vijftig werknemers en € 2720,- voor ondernemingen met meer dan vijftig werknemers. Wordt binnen twaalf maanden na de eerste overtreding, nogmaals dezelfde overtreding geconstateerd dan wordt het bedrag met 50% verhoogd. Binnen een jaar nogmaals die overtreding begaan betekent dat het bedrag met 100% kan worden verhoogd. Bovendien biedt de wet bij het herhaaldelijk overtreden van de regel de mogelijkheid de Drank- en Horecawetvergunning te schorsen voor ten hoogste twaalf weken. Gedurende die schorsing mag er in het geheel geen alcohol worden verkocht of geschonken.

Er is dus een verplichting om een legitimatiebewijs te vragen tenzij iemand onmiskenbaar de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Dit is niet altijd objectief vast te stellen. Ons advies: instrueer je medewerkers dat zij bij twijfel altijd een legitimatiebewijs vragen!

Deze bijdrage is geschreven door Tanne van Wissen (rechts op de foto). Zij is werkzaam bij Catch Legal, dat bestaat uit een team van gedreven juristen. Op het gebied van horeca bezit Catch Legal veel expertise en op dit vlak staan ze horecaondernemers dagelijks bij. Meer info: www.catchlegal.nl

Klik hier voor de overige bijdragen van Catch Legal

Overig nieuws