De Koninklijke Industrieele Groote Club (IGC) op de Dam in Amsterdam kent een historie van meer dan een eeuw en beschikt over een indrukwekkend interieur. Deze zomer is een meerjarige restauratie afgerond, die het sociëteitsgebouw weer de grandeur van 1916 verleent en het up to date maakt als exclusieve eventlocatie.
De vernieuwingen zijn met respect voor traditie en stijl gerealiseerd. Het restaurant is onder handen genomen door Studio Linse, die karakteristieke details liet terugkomen in een eigentijdse versie van de oorspronkelijke Eetzaal, nu omgedoopt tot Rienstra’s Eetzaal. De klassieke Clubzaal werd voorzien van nieuwe ‘originele’ wandbekleding, waarbij een bijzonder staaltje vakmanschap kwam kijken.
De bijna 1.500 leden van de vereniging gebruiken de locatie doordeweeks als besloten businessclub en sociëteit. Van vrijdag tot en met zondag zijn het restaurant en de Clubzaal beschikbaar voor niet-leden. De zeven recent vernieuwde banquetzalen zijn zeven dagen per week voor leden én niet-leden af te huren.
Richard Francke, directeur van de Koninklijke IGC over de ingrijpende verbouwing: “Dit was hét moment voor vernieuwing. Wij zijn een actieve Club en volop in beweging, ook door exclusieve feesten en evenementen te faciliteren. Wij zijn klaar voor nieuwe ontwikkelingen die op ons afkomen met de realisatie van het Rode Loper project, de komst van de Noord-Zuidlijn en het binnenkort te openen Twenty Seven boetiekhotel boven ons, in ditzelfde pand.”
Rienstra’s Eetzaal
De titel Eetzaal is in ere hersteld en gekoppeld aan de naam van Frans Rienstra, de voormalig voorzitter van de Koninklijke IGC, die ervoor zorgde dat de horecaexploitatie na ruim 20 jaar in 2012 weer in eigen beheer van de Club kwam.
Historie, kleur en comfort stonden centraal bij de vernieuwing van het restaurant. Architecten Paul Linse en Barbara de Vries: “Het gebouw ademt sfeer en de vele authentieke elementen en details geven extra cachet. De echo van toen klinkt door in het ontwerp van nu, dat we als warme tijdloosheid willen omschrijven.”
De architecten creëerden een open, interactieve sfeer met een kleurenpalet waarbij licht jadegroen gecombineerd is met het bestaande donkere, bijna zwarte hout van de Club. Het nieuwe meubilair, de plafondhoge vitrinekasten, gerestaureerde schilderijen, zilvercollectie en spiegels passen als een maatpak. Voor de wandbekleding is het oorspronkelijke ontwerp uit 1916 van Theodoor Nieuwenhuis gehanteerd. De nieuwe bespanning is gerealiseerd in samenwerking met het Textiel Museum in Tilburg.
Wandbespanning volgens digitaal ontwerp
De stof is gemaakt op basis van het patroon van Theodoor Nieuwenhuis die in 1916 ook de wandbekleding voor de Clubzaal en de bestuurskamer van de Koninklijke IGC heeft ontworpen. Bij de ontwikkeling van de nieuwe variant is Judith Peskens, productontwikkelaar van het TextielLab, in het depot van het museum gedoken, om de verschillende stoffen en ontwerpen van Nieuwenhuis te bestuderen. Op basis hiervan is een keuze gemaakt in kwaliteit, dessin en kleurstelling. Het gekozen patroon is in het TextielLab digitaal overgetekend op de computer. De kwaliteit van het materiaal is gebaseerd op die van de originele stoffen, zodat het zo dicht mogelijk bij het origineel komt en stevig genoeg is als wandbekleding. Het was voor het eerst dat het museum een wandbespanning volgens deze techniek creëerde. In totaal is er 100 meter bespanning geproduceerd.
Wandbespanning Clubzaal
In de zomermaanden is ook de 101-jaar oude wandbespanning in de klassieke Clubzaal vervangen. Dit meesterwerk naar een ontwerp van Theodoor Nieuwenhuis is door een weverij in België nagemaakt. De bespanning is het resultaat van een uniek staaltje vakmanschap; het ontwikkelings- en maakproces duurde vier jaar om de kwaliteit en uitstraling van de originele bespanning uit 1916 te evenaren. De fluwelen stof heeft een grote mate van verfijning waarbij op subtiele wijze een patroon is aangebracht door een speciale weeftechniek, vroeger bekend als épinglé coupé.
Blikvanger
Blikvanger in Rienstra’s Eetzaal is de monumentale kroonluchter in art deco-stijl, daterend van rond 1930, van ontwerper Marius Ernest Sabino (1878-1961). De kroonluchter hing tot deze zomer in de entree van het pand, die nu gewijzigd is door de komst van boetiekhotel Twenty Seven.
Koninklijke IGC Pop-Up Museum voor een weekend
Het ‘IGC Pop-Up Museum’ opent op 16 en 17 september de deuren voor alle Amsterdammers en bezoekers van de stad. Beide dagen worden van 10.00 -17.00 uur rondleidingen gegeven, met speciale aandacht voor alle recent gerestaureerde schilderijen en de collectie zilverwerk die de Club in de afgelopen decennia heeft opgebouwd. De toegang is gratis. Aanmelden op de dag zelf bij de receptie van de Club, Dam 27 Amsterdam. (Tip: ruim op tijd komen i.v.m. de verwachte drukte).