Naast het hotel - een fraai gerestaureerd gebouw - staat een scheefgezakt historisch pandje dat volgeklad is met lelijke graffiti. Je zou er filosofisch van worden. En wat te denken van zo'n mooie alliteratie - een homoniem bijna - als 'mevrouw Adams in Amsterdam' (A'dam)? Zo heet de eigenaresse. Eerst woonde zij in Amerika, maar dat klinkt lang zo mooi niet. Is er dan toch een hogere orde der dingen? Het lijdt in ieder geval geen twijfel dat Alie Adams en haar zuster Ida (met een andere achternaam) de zaak goed op orde hebben.
Tien jaar geleden kochten de gezusters een jeugdhotel in het hartje van alternatief Amsterdam; naast het Vondelpark, ... weet je wel? Het was zo'n verlopen slaapadres met alleen maar stapelbedden. 'Doordat we de reserveringen over hadden moeten nemen, werden we direct geconfronteerd met veertig dronken Britten,' vertelt Alie Adams. 'Verder kregen we alleen in het weekeinde wat gasten: voornamelijk jongens van sportverenigingen.'
De zussen lieten zich daardoor niet uit het veld slaan. Alie had vroeger als receptioniste in een groot hotel gewerkt; Ida had, gedurende haar studie Filosofie, de handen laten wapperen in een klein hotel. Getweeën wisten zij de gribus om te toveren in een comfortabel 'herenlogement' waar enkel sofismen en spitsvondigheden een heerlijke nachtrust kunnen verstoren.
Goed uitgedacht
Iedere donderdagavond vindt in Hotel de Filosoof een filosofische lezing plaats, gevolgd door een publieksdiscussie. Of het bijwonen van zo'n avond (gratis toegankelijk) de nachtrust bevordert, is nog niet onderzocht, maar wie maalt daarom? In het kader van de 'public relations' zijn de filosofische avonden een succes. De mensen komen eens even kijken; zij zien dan hoe apart dit hotel is; vervolgens treedt de mond-op-mond reclame in werking.
Alie Adams: 'We doen dit al vanaf het begin, eigenlijk omdat we onze gasten wilden werven zonder de tussenkomst van derden. Reisbureau's willen immers kortingen bedingen en het weekeinde claimen; dat vormt dikwijls een probleem voor een klein, beginnend hotel. Wij proberen zo bijzonder te zijn, dat de gasten ons linea recta weten te vinden.'
Iedere kamer in dit hotel is anders. De grote wijsgeren zijn bedacht met hun eigen vertrek: Socrates, Aristoteles, Nietzsche, Rousseau, Wittgenstein, Goethe, ... Maar er is ook een kamer voor Egypte; voor Eros uiteraard; en voor de hemellichamen die verwondering en ontzag opwekken. De schilderingen, ornamenten, bedden, enzovoort, zijn speciaal vervaardigd voor die kamers. Alie Adams: 'Jonge kunstenaars komen geregeld langs met plannetjes en ideeën. Ook zij weten het hotel uit zichzelf te vinden.'
Het is dus niet zo dat er toevallig ergens een buste van Goethe te koop stond, of het verzamelde werk van Plato in fraaie banden. De hele inrichting is goed uitgedacht door Ida. Zij heeft immers filosofie gestudeerd. De vraag rest, of het allemaal goed besteed is aan de hotelgasten. 'Beslist wel,' beweert Alie Adams. 'We mikten op de doelgroep "onderwijs, kunsten en wetenschappen". Een paar jaar geleden bleek uit de reserveringen dat we daarin geslaagd zijn. De mensen van musea, stichtingen, ziekenhuizen, universiteiten en orkesten hebben ons adres allang in de agenda staan. Vóór die tijd wisten we natuurlijk niet of het zou gaan lukken. Je kunt niet meer doen dan een koers uitzetten; daarna moet je hopen dat je de wind mee krijgt.'
Denker
Hotel de Filosoof zit in de lift, letterlijk en metaforisch. Dit jaar komt er zo'n vernuftig toestel dat de mensen het traplopen bespaart. Ergo, men kan straks uitgerust de filosofenkamer betreden om zich over te geven aan mijmeringen en bespiegelingen - geruggesteund door fluwelen kussens. De zware bronzen denker van Rodin lijkt te zweven tussen namen en woorden; hij ontstijgt het aardse door de ontzagwekkende verbale kracht van Heraclitus' doctrine: panta rei (alles stroomt). Is 'het zijn' de enige realiteit, zoals Parmenides beweerde? Of is continuïteit juist enkel te vinden in 'verandering', zoals Heraclitus volhield? Kijkend naar de sculptuur van een allesomvattende maan op het nachtkastje, is het wellicht zinvol om Zeno van Elea te gedenken. Om ergens te komen, zei hij, moet men eerst halverwege gaan. Maar dan zul je eerst halverwege dat punt halverwege moeten reizen, en zo voort tot in het oneindige. Beweging (en verandering) is dus een absurde notie. Toch weten de gasten dit hotel te bereiken. Eenmaal daar, mag men gewoon lekker slapen.
Auteur: Marco Remo
HM30JAAR HM301997