In de schaduw van glanzende tapkranen en het proosten door tevreden gasten staat een onderwerp dat diep geworteld is in de wereld van de horeca: brouwerijcontracten. Voor degenen die denken dat de horeca slechts draait om het serveren van drankjes en maaltijden, gaat deze fascinerende wereld veel verder dan dat. Het is een wereld waar de smaak van het bier niet alleen wordt bepaald door de voorkeur van de gast, maar vooral ook door juridische overeenkomsten die de basis vormen van de relatie tussen brouwerijen en horecaondernemers.
Stel je de volgende situatie voor: een gezellige kroeg in het centrum van een stad, waar de gasten elke avond samenkomen voor hun favoriete bieren. De bieren die geserveerd worden zijn afgestemd op de smaak van de gasten zou je zeggen. Maar dat is zeker geen gegeven. Achter de schermen van deze horecaonderneming schuilt namelijk vaak een complexe set overeenkomsten tussen de horecaondernemer en een brouwerij, die bepaalt welke bieren er worden geschonken, tegen welke prijs en onder welke voorwaarden.
Brouwerijcontracten, in al hun diversiteit, zijn de ruggengraat van deze relatie en hebben een onmiskenbare invloed op de keuzes die gasten hebben als ze een drankje bestellen aan de bar. Ze beïnvloeden niet alleen direct de portemonnee van de horecaondernemer, maar ook de diversiteit en beschikbaarheid van bieren voor de gast. Veel ondernemers die in de horeca actief zijn, kennen wel een verhaal van een onderhandeling met een brouwer over bonuskortingen of exclusiviteit waar de gemoederen tot een kookpunt zijn opgelopen. Dit maakt brouwerijcontracten tot een onderwerp dat veel dieper en boeiender is dan men op het eerste gezicht zou denken.
In dit artikel zullen we de wereld van brouwerijcontracten verkennen. We duiken in de verschillende soorten contracten die deze relatie kunnen definiëren, de juridische uitdagingen waarmee zowel brouwerijen als horecaondernemers worden geconfronteerd en de manier waarop deze overeenkomsten de smaak van bierliefhebbers beïnvloeden.
Soorten contracten
Brouwerijcontracten zijn net zo divers als de bieren die ze reguleren. Er zijn verschillende typen contracten die variëren in duur, voorwaarden en doelstellingen. Hier zijn enkele van de meest voorkomende:
· Afnameovereenkomsten: Dit zijn de meest gebruikelijke brouwerijcontracten in de horeca. Bij een afnamecontract verplicht de horecaondernemer zich om voor een bepaalde periode exclusief bier van een bepaalde brouwerij af te nemen. Deze exclusiviteit kan een zegen zijn voor de brouwerij, maar het kan de keuzemogelijkheden van de kroeg beperken en tot mededingingsproblemen leiden. Aan de looptijd van deze afnameovereenkomsten heeft de wet beperkingen gesteld. Een langere exclusiviteit dan 5 jaar is meestal niet mogelijk. Het is belangrijk te realiseren dat een afnameovereenkomst de horecaondernemer beperkt in de wijze waarop hij de onderneming kan drijven.
· Bruikleenovereenkomsten: Bij een bruikleenovereenkomst is de horecaondernemer niet alleen verplicht het bier bij de brouwerij af te nemen, maar krijgt hij ook de tapinstallatie, koeling en andere apparatuur van de brouwerij in gebruik. Deze overeenkomsten vereisen zorgvuldige afweging van kosten en voordelen, en ze kunnen de kroeg verplichten om bepaalde minimale volumes bier af te nemen om de bruikleen te rechtvaardigen. De investering van een brouwerij en de prijs van het bier zijn hierbij communicerende vaten. In de regel geldt dat hoe meer apparatuur de brouwerij in bruikleen verstrekt, hoe hoger de prijs is die een horecaondernemer voor het bier betaalt.
· Huurovereenkomsten: Het is in Nederland gebruikelijk dat brouwerijen horecapanden aan hun afnemers verhuren. Een deel van die panden is in eigendom van de brouwerij, maar het overgrote deel wordt door de brouwer gehuurd van derden en dan onderverhuurd aan de uitbater. Dit laatste wordt ook wel ‘tussenhuur’ genoemd. De grote Nederlandse brouwerijen (Heineken, AB Inbev, Grolsch, Bavaria) hebben meer dan 1000 horecapanden - al dan niet in tussenhuur - in de grote steden.
In de huurovereenkomst die een brouwerij met een horecaondernemer sluit wordt die (onder)huurder – de daadwerkelijke uitbater van de horecaonderneming – verplicht om door de brouwerij aangewezen bieren (en in bepaalde gevallen ook andere dranken) van en bij de brouwerij ofwel een door de brouwerij aangewezen drankenhandel af te nemen. De uitbater is dus exclusief gebonden aan de brouwerij. In tegenstelling tot een afnameovereenkomst zit er geen limiet op de duur van de overeenkomst. De horecaondernemer zit dan ook voor onbepaalde tijd (lees: in principe voor altijd) vast aan de brouwerij. Dit tenzij de horecaondernemer de huurovereenkomst opzegt en naar een andere locatie vertrekt. Maar dit is natuurlijk in de regel geen optie, omdat de goodwill van een horecaonderneming nauw verbonden is met de locatie daarvan. Omdat de brouwerij dus niet het risico loopt dat de horecaondernemer naar een concurrent overstapt, is de onderhandelingsruimte met betrekking tot de prijs van het bier (ofwel de bonuskorting) nihil. Het loont daarom om bij conflicten hierover tijdig juridische bijstand in te roepen. Ondanks de exclusiviteit zijn er vaak toch mogelijkheden om een brouwerij te dwingen om marktconforme prijzen te hanteren.
· Financieringsovereenkomsten: Naast het feit dat brouwerijen horecapanden verhuren, fungeren ze ook als bankier van de horeca. Wanneer een horecaondernemer een lening nodig heeft voor een verbouwing of overname van een andere onderneming, wordt dan ook meestal eerst met een brouwerij gesproken. Als een brouwerij bereid is om een lening te verstrekken, wordt daar altijd een exclusieve afnameverplichting tegenover gezet. De leningsovereenkomst bevat dan een clausule waarin bepaald staat dat de horecaondernemer verplicht is om uitsluitend bieren en eventueel andere dranken van de brouwerij af te nemen. Hoewel ook bij dit soort exclusiviteit een limiet in tijd hoort, afhankelijk van het marktaandeel van de brouwerij, wordt de financiering vaak toch zo ingestoken dat de horecaondernemer voor lange duur ‘vast’ zit aan de brouwerij. Voor horecaondernemers verdient het daarom de voorkeur om voor leningen niet alleen naar brouwerijen te kijken, maar ook naar reguliere banken. Het grote voordeel van het financieren bij een reguliere bank is dat de horecaondernemer niet afhankelijk is van de brouwerij en er dus een veel betere onderhandelingspositie is ten aanzien van de prijs van het ingekochte bier.
Elk type contract heeft zijn eigen complexiteit en juridische overwegingen, en het is van vitaal belang voor horecaondernemers om de voorwaarden en (lange termijn) consequenties zorgvuldig te begrijpen en goed te onderhandelen voordat ze zich verbinden. Het helpt daarbij niet dat het complexe materie is en de meeste horecaondernemers niet juridisch onderlegd zijn. Tijdig juridische ondersteuning inroepen is daarom geen overbodige luxe.
Het Juridisch Spel
Zoals genoemd gaan brouwerijcontracten niet alleen over de samenwerking tussen de horecaondernemer en brouwerij; ze hebben ook aanzienlijke juridische implicaties. Deze overeenkomsten kunnen juridische valkuilen bevatten waar partijen alert op moeten zijn:
· Prijsstelling: Binnen de horeca bestaat een relatief ondoorzichtige opbouw van bierprijzen. In de praktijk worden door brouwerijen brutoprijzen gehanteerd. Op deze brutoprijzen wordt jaarlijks de met de horecaondernemer overeengekomen ‘bonuskorting’ in mindering gebracht. Zo ontstaat een nettoprijs. Vaak worden op verschillende typen bier verschillende bonuskortingen verstrekt. Wat het nog ondoorzichtiger maakt is dat brouwerijen vaak werken met ‘staffels’, die soms verrekenbaar zijn (met bijvoorbeeld een door de brouwerij verstrekte sponsoring), soms vooruit worden betaald en soms juist na verloop van tijd (achteraf) worden berekend. Daarnaast wordt zowel met percentages als met absolute getallen werkt. Brouwerijen verhogen de brutoprijzen van hun bier bovendien jaarlijks. Dit systeem is niet altijd even helder en daarmee lastig te doorgronden.
Het is daarom in ieder geval belangrijk af te spreken dat de bonuskorting meestijgt met jaarlijkse prijsstijgingen van de brouwerij. Zorg er dus voor dat de bonuskorting wordt geïndexeerd. Vergelijk daarnaast de aangeboden bonuskorting altijd met die van andere afnemers, zodat je verzekerd bent van een marktconforme prijs. Ook hierbij is het geen overbodige luxe om een specialist in te schakelen. Een eenmaal overeengekomen prijs is immers niet meer op korte termijn te heronderhandelen.
· Mededingingsrecht: Een belangrijk aandachtspunt bij brouwerijcontracten is het mededingingsrecht. Als de contracten leiden tot verstoring van de concurrentie op de markt, kan het contract deels of geheel ongeldig (nietig) worden verklaard. Exclusiviteitsclausules en minimale afnamevereisten zijn veelvoorkomende aspecten van brouwerijcontracten die mogelijk in strijd zijn met mededingingsregels. Zo heeft de wetgever– afhankelijk van de omvang van de brouwerij - beperkingen gesteld aan de duur van exclusieve afnameovereenkomsten. Het is brouwer Heineken bijvoorbeeld niet toegestaan om horecaondernemers voor lange tijd aan zich te binden, zonder dat die overeenkomst op ieder moment kan worden opgezegd. Bavaria, AB Inbev en Grolsch daarentegen mogen een horecaondernemer binden voor de duur van (maximaal) 5 jaar.
· Transparantie en Redelijkheid van Voorwaarden: Een goed brouwerijcontract is transparant en evenwichtig. Horecaondernemers moeten de volledige voorwaarden kunnen begrijpen voordat ze zich verbinden tot een contract. Bepalingen met betrekking tot prijzen, betalingsvoorwaarden, leveringsmethoden en opzegging moeten helder en ondubbelzinnig zijn. Oneerlijke of onredelijke voorwaarden kunnen leiden tot geschillen en juridische problemen.
· Beëindiging en Geschillenbeslechting: Het opnemen van heldere bepalingen met betrekking tot contractbeëindiging en geschillenbeslechting is cruciaal. Horecaondernemers moeten kunnen begrijpen onder welke omstandigheden en termijn het contract kan worden beëindigd en welke stappen moeten worden genomen in geval van geschillen. Arbitrageclausules kunnen bijvoorbeeld helpen bij het voorkomen van langdurige juridische procedures.
· Intellectuele Eigendom en Reclame: Brouwerijcontracten bevatten meestal clausules met betrekking tot intellectuele eigendom en reclame. Dit is met name het geval bij sponsorovereenkomsten. Als het logo of de merknaam van de brouwerij wordt gebruikt in het horecabedrijf of bij evenementen, moeten de voorwaarden voor dit gebruik duidelijk worden gedefinieerd. Dit omvat ook de rechten en verantwoordelijkheden van beide partijen met betrekking tot marketing- en reclameactiviteiten.
· Veranderende Marktcondities: Brouwerijcontracten moeten flexibel genoeg zijn om rekening te houden met veranderende marktcondities en maatschappelijke factoren. Economische fluctuaties, veranderingen in consumentenvoorkeuren en nieuwe regelgeving kunnen invloed hebben op de overeenkomst. Een clausule die (gedeeltelijke) heronderhandeling mogelijk maakt bij significante veranderingen kan voordelig zijn voor beide partijen.
Conclusie
Brouwerijcontracten vormen een cruciale schakel in de horecaketen. Ze beïnvloeden niet alleen wat er in het glas zit, maar ook de bedrijfsvoering van horecaondernemingen en mogelijk zelfs de concurrentie op de markt. Het begrijpen van de juridische en economische implicaties van deze overeenkomsten is van essentieel belang voor horecaondernemers. In een wereld waar smaak en concurrentie hand in hand gaan, moeten partijen hun juridische zaken op orde hebben om te kunnen groeien en conflicten te voorkomen. Het is een delicate balans van belangen, waar bier, business en recht samenkomen. Het is daarom goed te beseffen dat er achter dat glas veel meer schuilgaat dan we op het eerste gezicht kunnen zien.
LOFF Advocaten is specialist in de horecabranche en staat horecapartijen, zoals horecaondernemers, leveranciers en (ver)huurders, veelvuldig bij. Voor meer info: www.loffadvocaten.nl
Blijf op de hoogte!
Twee keer per week het actuele en relevante restaurantnieuws in je mailbox? Schrijf je hier in voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.