Op 15 maart zijn de Tweede Kamerverkiezingen. In aanloop naar deze verkiezingen heeft de redactie een vijftal stellingen bedacht over zaken die op dit moment spelen binnen de Horeca. Deze stellingen hebben we voorgelegd aan zes partijen die aan kop gaan volgens de peilingwijzer. Dit zijn PVV, VVD, D66, CDA, GroenLinks en PvdA. Dit is de reactie van de VVD. De antwoorden zijn afkomstig Erik Ziengs, horecawoordvoerder voor de VVD in de Tweede Kamer en nummer 23 op de kieslijst van de partij.
Stelling 1
Mensen die kamers aanbieden via Airbnb of diners aanbieden via Airdnd, moeten worden gezien als ondernemers. Voor hen moeten dezelfde wetten en regels gelden als voor horecaondernemingen
“Dit vind ik een lastige. Ik denk dat dit vooral per gemeente goed bekeken moet worden. In Amsterdam zijn ze naar mijn mening met een heel mooi model gekomen, waarbij een appartement maximaal zestig dagen verhuurd mag worden, aan maximaal vier mensen per keer. Let wel, de maatschappij verandert en daarmee de wereld om ons heen. Als het echt grootschalig wordt, dan moeten we eens gaan kijken of we hier dingen in kunnen aanpassen.”
Stelling 2
De boete van 1360 euro die een horecagelegenheid krijgt wanneer iemand jonger dan 18 jaar alcohol bij hem koopt, is niet terecht en moet verdwijnen
“Nee. Die boetes zijn er niet voor niks. Het is aan de ondernemer om de leeftijd te controleren. We hebben de leeftijd nu eenmaal op 18 jaar gezet. We dragen met de hele maatschappij de verantwoordelijkheid. Wat we nu zien is dat het naleven van deze wet steeds beter gaat. Het is ook een kwestie van gewenning.”
Stelling 3
Het btw-tarief voor eten, alcoholvrij drinken en logies in de horeca moet op het lage tarief blijven
“Dat lijkt me wel. Al die btw-verhogingen op de leuke dingen van het leven hebben geen zin. Een hogere btw om gedrag te beïnvloeden zie ik ook niet zitten, dus ook geen btw-verhoging op bijvoorbeeld fastfood. Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor de keuzes die ze maken.”
Stelling 4
De Wet Werk en Zekerheid zorgt ervoor dat werkgevers de risico’s moeten dragen. In de horeca is veel sprake van seizoensgebonden werk. Deze wet moet dus aangepast worden
“Deze wet moet wat ons betreft terug naar de tekentafel. We willen dat het mogelijk moet worden om een contract voor een bepaalde tijd af te sluiten. We hebben liever dat iemand vijf keer een baan van een jaar heeft, dan één keer een baan van 23 maanden, wat nu veel voorkomt.”
Stelling 5
Kappers en boekhandels mogen ook alcoholische dranken aanbieden aan de klant
“Mengvorming moet wat ons betreft mogelijk zijn. Op het moment dat een kledingwinkel ook een zithoek wil maken waar de klanten een wijntje kunnen krijgen, zien wij geen problemen. Wel moeten zij hiervoor voldoen aan dezelfde regels en wetten die gelden voor een horecaonderneming.”
Tot slot
Wat gaat de VVD doen voor de horecaondernemer?
“Ik ben bezig om aanpassingen door te voeren in de Drank – en Horecawet. Hier mogen wat zaken uitgehaald worden. Het is nu zo dat horecagelegenheden maar slechts een aantal dingen mogen verkopen. Dat is niet meer van deze tijd. Wij vinden dat het veel makkelijker moet worden om ook andere dingen te verkopen in je zaak. Daarnaast ga ik een wetsvoorstel indienen om de inrichtingseisen uit de Drank- en Horecawet te halen. Deze horen namelijk thuis in het Bouwbesluit.”