Het is negen uur in de ochtend. Mijn compagnon Mark en ik hebben een afspraak met onze adviseur. Op dat moment komt buurman Ed voorbij rijden op zijn scooter: “Goedemorgen jongens”, zegt hij vrolijk. Van verbazing rijdt hij bijna met zijn scooter de gracht in. “Wat doen jullie zo vroeg hier?”, brabbelt hij verbaasd. “We hebben een afspraak, Ed”, counter ik. “Kan toch een keer op dit tijdstip?”
Ed is er iedere ochtend zo vroeg. Dan ruimt hij bestellingen op of zet het terras klaar voor zijn café De Boom. Wij kennen elkaar van vroeger uit de stad. Toen we de plannen hadden om met Fernando’s te starten, was hij een van de eersten die we spraken: is het een goede plek? Heb je veel aanloop? Hoe staat het pand erbij? Hoe was de vorige eigenaar… Hij vroeg mij het personeelseten voor zijn personeel te maken, tegen een vergoeding. Die vergoeding stopten we in een spaarpot en van dat geld gingen we zo nu en dan een biertje halen bij Ed. Tot de dag van vandaag doen we dat nog steeds.
‘Vrijdag, zaterdag en zondag’ is meestal het appje dat ik van hem krijg. Kort en krachtig. Wat hij bedoelt is dat hij die dagen mee wil eten, ik ken hem inmiddels. Elke dag brengen we een bordje, soms twee, soms drie, naar De Boom. Dat is dan om half vijf in de middag en het café zit dan helemaal vol, tijd om te eten heeft hij niet echt. Waarschijnlijk piept hij het later op. Dankbaar is hij wel. Wanneer we een paar dagen dicht zijn voor een wijntrip, dan is hij maar wat blij als we terug zijn. “Eindelijk weer even normaal eten! Niet te vaak weg hoor jongens, anders weet ik niet wat ik moet eten.”
Sinds de opening komen we geregeld bij elkaar over de vloer. En vaak komt Ed met ideeën of adviezen. En met zijn ideeën en adviezen kunnen wij weer verder waar we vastliepen. Altijd goed bedoeld en nooit om zich ergens mee te bemoeien. “Deze is gratis. Doe ermee wat je wil”, zegt hij dan. Regelmatig drinken we een biertje bij Ed. Hij is er vaak, bijna altijd. Net begonnen of nog steeds aan het werk?, vraag ik hem vaak. “Altijd aan het werk Fernando.” En druk is het ook. Aan het eind van de avond, wanneer ik hem vraag wat hij van mij krijgt, is zijn antwoord standaard: “Hoofdpijn Fernando!” Het is altijd met een grijns en altijd met een lolletje.
Omdat wij bij Fernando’s niet over veel koelruimte beschikken en Ed na de verbouwing een grote inloopkoeling heeft, mogen wij zo nu en dan gebruik maken van zijn koeling. Een deel is dan voor ons gereserveerd. Hij hoeft er niks voor te hebben en blijft zelfs ook voor zijn personeelseten betalen. Het is uit een goed hart zonder er iets voor terug te willen hebben.
Wat ik wil zeggen is hoe fijn is het om een goede buur te hebben. We zien elkaar totaal niet als concurrenten. En dat zijn we natuurlijk ook niet. We zijn eigenlijk meer collega’s en vrienden.
Het is fijn om een buurman als Ed te hebben!