Het bevorderen van de mate van professionaliteit in de horeca. Dat is al meer dan een halve eeuw het doel van het bedrijfschap Horeca en Catering. Juist in deze tijd essentieel, zegt directeur van het schap Wolter Spaink.
Innovatie en technologische mogelijkheden brengen horeca verder
Spaink: De branche staat onder druk. Interactie is een kernwoord. Het creëren van een win/win-situatie voor alle betrokkenen is steeds meer het uitgangspunt.'' Het bedrijfschap ligt onder vuur. Aan het bestaan kan binnenkort wel eens een einde komen. Op 8 december vergadert de Tweede Kamer over de PBOs: de publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties. Uitgangspunt van de regering is beperking van de rol en taken van de schappen. Maar een meerderheid in de Tweede Kamer kan ook tot totale afschaffing besluiten. Paul Schoormans, beleidsadviseur bij Koninklijke Horeca Nederland: Het zal een dubbeltje op zijn kant worden. KHN ziet een overtuigd bestaansrecht en nieuwe toegevoegde waarde van het schap, zoals het Kabinet de beperkte taken ziet. Nu de Tweede Kamer nog.
Kenniscentrumhoreca
Wij zijn een dynamische organisatie. Geen statische club die zich verschanst in een afgesloten kantoor. We staan middenin de branche en werken met zijn allen aan een gezond en bloeiend horecaklimaat. Niet vóór de ondernemers maar samen met hen.'' Wolter Spaink is heel stellig. ''Wij zijn vijf jaar geleden al een nieuwe weg ingeslagen. Gericht op groei, verdieping en ondersteuning. Waarbij de interactie essentieel is. Tussen ondernemers onderling, maar ook tussen werknemers, sociale partners en overheid. Alle partijen hebben hun rol. En dat willen we makkelijker, goedkoper en slimmer ondersteunen. Nieuwe communicatie moet open staan voor alle stakeholders. Ik heb idealen. En naar eer en geweten zeg ik: op deze manier hebben we daadwerkelijk toegevoegde waarde. Wij zijn al langer bezig met bijvoorbeeld "Mijn Horeca":http://www.mijnhoreca.nl. Dit is een platform voor en door ondernemers. Ook www.kenniscentrumhoreca.nl is een voorbeeld van het nieuwe beleid.
43.000 ondernemingen
Een ander goed voorbeeld van de toegevoegde waarde is het Ondernemingsdossier (zie verderop in dit artikel). Wolter Spaink: ''De enorme technologische mogelijkheden leiden tot een verrijking van data. Hiermee ontstaat een goede facilitaire rol naar werknemers, ondernemingen en overheid.'' Paul Schoormans onderschrijft dat dit Horeca Ondernemingsdossier goed aansluit bij de voorstellen van minister Kamp voor de PBO Nieuwe Stijl. ''Dit is een perfect voorbeeld van slim faciliteren en ontzorgen. Het publieke doel wordt gediend, het maakt ondernemen goedkoper, met minder regels, minder papierwerk en met meer inzicht voor alle partijen in de onderneming. We zijn als branche hiermee een voorloper.'' Wolter Spaink vult aan: ''Ons opgebouwde registratiebestand van rond 43.000 ondernemingen dient als basis voor een zogenoemde digitale kluis. Dit is een uitbreiding van het Ondernemingsdossier. Deze kluis moet je verrijken met gestandaardiseerde informatie. Zo krijgt iedereen er iets voor terug, dat is weer de win-win. Het gaat over terreinen als bedrijfsvergelijking, arbeidsmarkt, financiële instrumenten zoals kostprijsberekening en voorwaartse ketenintegratie in de relatie met leveranciers en werknemers. In onze ogen is dit brede concept cruciaal. Alleen zo kan de branche verder professionaliseren. En de overheid krijgt zo waar ze al jaren van droomt. Het zal leiden tot aanzienlijke kostenbesparingen, verlichting van administratieve lasten, hygiëne in cijfers, betrouwbaarheid in navolging van regelgeving en mogelijkheden wat betreft het onderbouwen en
verantwoorden van benodigde financiering.''
Vlag niet uit
De toekomst van de product- en bedrijfschappen is onderwerp van gesprek in de Tweede Kamer op 8 december. Paul Schoormans denkt dat het alle kanten op kan. ''Wij zouden prima kunnen leven met het voorstel van minister Kamp. Wij herkennen ons al in de PBO Nieuwe Stijl. Die weg bewandelen we al een tijdje. De vlag gaat niet direct uit, want natuurlijk heeft dit voorstel veel gevolgen voor de organisatie en de branche. Maar het plan geeft ons als Koninklijke Horeca Nederland meer dan voldoende armslag om het bedrijfschap zijn werk te laten doen. Want wij geloven sterk in de meerwaarde van publiek-private synergie.'' Wolter Spaink: ''Ons bestaansrecht is voor mij evident. Niet vanwege het pure voortbestaan, dat is niet cruciaal. Wel essentieel is het belang van de branche. Die inhoud interesseert me. Natuurlijk is modernisering een constant aandachtsgebied. Maar juist door de toegenomen technische mogelijkheden kunnen we tegemoetkomen aan de aan ons gestelde eisen. De toegevoegde waarde is voor mij helder en duidelijk. Flexibel en innovatief; zo zou ik ons omschrijven. Voor mij blijft de vraag; we dienen een privaat/publiek belang. Waar ontmoeten die twee elkaar? En wat kunnen we bijdragen om het ondernemen, en alle uitdagingen die dat met zich meebrengt, te ondersteunen?'' Paul Schoormans ziet een inconsequentie in de politieke voorstellen. ''Aan de ene kant zie je de overheid steeds meer taken en verantwoordelijkheden afstoten. Maar als zij de PBOs afschaffen, komt er weer veel meer op de overheid af. En natuurlijk ook op de individuele ondernemers. Die moeten op last van dezelfde overheid van alles en nog wat verantwoorden, naar overheden, toezichthouders en consumenten. Naar mijn gevoel gooien we dan eerst het kind met het badwater weg. Alle expertise van de afgelopen vijftig jaar, het opgebouwde netwerk, het vertrouwen, de technologische oplossingen; noem maar op. De horecaondernemer staat er dan weer alleen voor.'' ''Terwijl je juist vanuit de verbinding in de branche samen verder kan komen'', vult Wolter Spaink aan. ''Faciliteren en samenwerken met gebruikmaking van huidige technologie; daar geloof ik in. De afgelopen jaren hadden we veel aandacht voor deze infrastructuur in alle facetten. En dat wierp zijn vruchten af. Horecaondernemers zien ons ook steeds meer als onontbeerlijke partner.''
Mix van belangen
Paul Schoormans ziet de rollen van diverse belanghebbenden veranderen. ''Die win/win-situatie komt steeds terug. Met elkaar meedenken. Geen maatregelen opleggen, maar samen praten. Openheid van de discussie draagt daar aan bij. Het doel is niet geld uit de markt trekken door bijvoorbeeld heffingen, maar innoveren is het ultieme doel. En als je aannemelijk kunt maken dat investeringen uiteindelijk iedereen ten goede komen; dan zorgt geld niet voor problemen maar voor oplossingen.'' Wolter Spaink is gecharmeerd van de coöperatiegedachte. ''Met elkaar, voor elkaar. Dat spreekt me aan. Een organisatie betaald door ondernemingen, ten bate van diezelfde ondernemingen en de overheid. Zo zie ik ons.'' ''En dus niet primair voor de sociale partners'', zegt Paul Schoormans. ''Die zijn er voor de branche en niet andersom.''
Doorgaan op de ingeslagen weg zien beide heren als ideale scenario. Wolter Spaink hoopt dat de politiek inziet dat zijn bedrijfschap, ook in afgeslankte vorm, een essentiële bijdrage levert aan de groei van de horecasector. ''Nogmaals; het zal moeten gaan over de inhoud en daarin gaan de partijen elkaar hopelijk vinden. Ik begrijp dat de politiek onrustig is. Maar rigoureus snoeien zonder inhoudelijk debat is niet de oplossing.'' Paul Schoormans benadrukt dat verandering niet per definitie slecht is. ''Maar je hebt onafhankelijke organisaties nodig met publiek/private binding om de BV Nederland georganiseerd te houden. Dus mijn advies: gooi dat niet weg!''
254 miljoen
Minder taken, minder overhead, minder regels en vooral minder kosten. Dat zijn de uitgangspunten van het voorstel van minister Kamp. Op 8 december praat de Tweede Kamer over zijn voorstel. Na onderzoek besloot de minister tot het voorstellen van een PBO Nieuwe Stijl, in plaats van afschaffing van schappen. Dit betekent concreet dat een bedrijf- of productschap zich alleen nog kan en mag bezighouden met publieke taken. De private taken verdwijnen in dit voorstel uit het pakket, of er moet hardgemaakt kunnen worden dat de taak niet anders vervuld kan worden. Wat overblijft zijn de medebewindstaken en de 'bevordering van plant- en diergezondheid en dierenwelzijn' en 'voedselveiligheid en gezondheid.' Op dit moment zijn er 17 PBOs. Daar blijven er mogelijk één tot drie van over. Van de 730 banen verdwijnen er maximaal 430. In 2010 kostten de schappen in totaal 254 miljoen euro. In het voorstel van minister Kamp kan dit bedrag met driekwart omlaag. Kosten besparen kan dus door het verminderen van het aantal taken, het terugbrengen van banen, het samenvoegen van de backoffice, ICT en fysieke locaties. Ruim 400.000 ondernemingen in Nederland, met samen ongeveer 2 miljoen werknemers, hebben te maken met een product- of bedrijfschap.
Bedrijfschap Horeca en Catering: 5 miljoen en 23 banen en een bestemmingsheffing van 7,3 miljoen voor ondersteunen van arbeidsmarkt, promotie van vakbekwaamheid en beroepsonderwijs.
Ondernemingsdossier als speerpunt
Het Ondernemingsdossier Horeca stelt een onderneming in staat om bepaalde informatie uit de eigen bedrijfsvoering eenmalig beschikbaar te stellen aan overheden zoals toezichthouders en vergunningverleners (ketenomkering). De onderneming bepaalt zelf welke overheden toegang hebben tot het dossier. Vooraf moeten goede afspraken gemaakt worden over de uitwisseling van de juiste gegevens tussen de onderneming en betrokken overheden. Zo maken de partijen afspraken over de bevoegdheden van de gemachtigde toezichthouder om bedrijfsgegevens in te zien, welke documenten in het Ondernemingsdossier zitten en hoe vaak er dan nog op locatie moet worden geïnspecteerd. De ondernemer houdt het dossier zelf actueel. Hij kan relevante en inzichtelijke informatie over regels achterhalen en vastleggen. Het dossier signaleert ook het moment waarop een vergunning moet worden aangevraagd of een maatregel getroffen. Hiermee gaat de onderneming aan de slag, door zijn acties te plannen en te bewaken en de uitkomsten in het dossier vast te leggen.
De onderneming machtigt vervolgens verschillende overheden, zoals toezichthouders, deze gegevens in te zien. Zo beschikken zij steeds over actuele nalevingsinformatie en hoeven zij minder op locatie te inspecteren. Het Ondernemingsdossier is een soort digitale kluis. Deze kan je verrijken met gestandaardiseerde informatie waardoor het mogelijk wordt bedrijven te vergelijken en informatie te vergaren over arbeidsmarkt, financiële instrumenten zoals kostprijsberekening en voorwaartse ketenintegratie in de relatie met leveranciers en werknemers. Het resultaat: meer tijd om te ondernemen, meer inzicht in bedrijfsvoering, betere naleving van regels en vereenvoudiging van het toezicht. En uiteraard kostenbesparing voor alle partijen.
HM302011