Ooit gehoord van Mitaecus? Hij was een kok en kookboekauteur uit de vijfde eeuw voor Christus en een Griekssprekende inwoner van
Sicilië. Het eiland was gedurende deze periode rijk en zeer beschaafd. Mithaecus staat erom bekend dat hij de kennis van de Siciliaanse gastronomie naar Griekenland heeft gebracht. Hij ging aan het werk in Sparta, maar moest daar vertrekken omdat hij een verkeerde invloed zou hebben. Hierna verkaste Mitaecus naar Athene.
*Eerste kookboek ter wereld*
Het kookboek van Mitaecas was het eerste kookboek dat in het Grieks werd geschreven, en is tevens het eerste kookboek ter wereld waarvan de auteur bekend is. Er is één recept dat de tand des tijds heeft doorstaan, en dat komt door de vermelding in de Deipnosophistae van Athenaeus. Daarin wordt, in één regel, beschreven hoe men om dient te gaan met de vis Cepola Macrophthalma (dat is de rode lintvis, een straalvinnige vis die behoort tot de orde van de baarsachtigen, red.). Hieronder lees je die beschrijving:
*Tainia: verwijder de ingewanden en verwijder de kop. Spoel de vis af en snijd in stukken. Voeg kaas en olijfolie toe.*
*Gekookte flamingo?*
Later, in de late vierde eeuw na Christus, werd het bekende boek Apicius geschreven. De naam van het boek verwees naar Marcus Gavius Apicius, een Romeinse liefhebber van lekker eten. Hij leefde in de eerste eeuw na Christus, ten tijde van de heerschappij van Tiberius. Het boek is een kookinstructie, en zeer zeker toegespitst op de hogere klasse. Dat is te merken aan de exotische ingrediënten, zoals flamingo(!).
*Cider om pens lekkerder te laten smaken*
Sidoine Benoît is een Benedictijnse monnik uit de veertiende eeuw na Christus. Hij leefde en werkte in Caen, Frankrijk, waar hij volgends de overlevering het gerecht Tripes à la mode de Caen heeft uitgevonden. BenoîtÂs grootste inspiratiebronnen waren cider en Âapple brandyÂ. Het gebruik van deze ingrediënten heeft de creaties van Benoît wereldberoemd gemaakt. Bovendien zorgde het gebruik van cider ervoor dat de voorheen zo smakeloze gerechten met pens, die de monniken vaak aten, nu wel enigszins te verteren waren. Hulde!
~Thijs Jacobs~
Kookboekenschrijvers uit een ver verleden
7 april 2016