Rode wijn wordt vaak te warm gedronken. Vroeger was de kamertemperatuur rond de 18 graden. Tegenwoordig is dat veel hoger, dus schenken op kamertemperatuur gaat niet meer op. Om te voorkomen dat de wijn te warm geschonken wordt is het beter om hem te koud te schenken. In het glas warmt het namelijk vanzelf op.
‘Daarom worden rode wijnen steeds vaker gekoeld. Maar er zijn ook rode wijnen die daarna niet ‘opgewarmd’ hoeven te worden, omdat die ook erg lekker zijn op iets kouderetemperatuur. Dit zijn voornamelijk wat lichtere, fruitige wijnen met minder tannines, niet te hoog in alcohol en een wat hogere zuurgraad. Druivenrassen die het hierbij goed doen zijn de Pinot Noir, die in Duitsland Spätburgunder heet, Gamay die je vooral in de Beaujolais vindt, Primitivo, BlauerZweigelt, Zinfandel of een Grenache. Nu is het niet zo dat alle wijnen van deze druif gekoeld lekker zijn’, legt vinoloog Margot Houtkooper van paneco.nl uit.
Koud of gekoeld?
Er is wel een verschil tussen koud en gekoeld. Een rode wijn knapt er niet van op als deze wordt gedronken als een witte wijn. Wel als hij net iets warmer is, zo rond de 14 graden. Zet de wijn daarom 1 à 1,5 uur in de koelkast voordat hij geschonken wordt. Als de wijn te koud is verliest de wijn zijn fruitigheid en kan hij hard en zuur van smaak worden. Gekoelde rode wijnen zijn ideaal voor bij tapas of een barbecue.
Top 5 gekoelde rode wijnen
1: Hensel Spätburgunder, Duitsland
2: Heinrich red (Blaufränkisch, St Laurent, Zweigelt), Oostenrijk
3: Saint Clair Pinot Noir, Nieuw Zeeland
4: I Muri Primitivo, Italië
5: Domaine de la Madone Fleurie (Gamay), Frankrijk