… maar consumenten van Generatie X zijn de ‘big spenders’
Buitenshuis eten en drinken is een groeimarkt (+4,5% in 2016). Van alle generaties zijn het de Millennials (18-36) die het vaakst in restaurants komen. 29% van hen eet minstens één keer per week buiten de deur. Maar diezelfde jongeren zoeken wel goedkopere oplossingen. Zij besteden per keer € 19,42. Ter vergelijking: generatie X (37-50) €32,99, Babyboomers (51-70) €30,66 en de Stille Generatie (boven 71) €29,29.
‘29% van de Millennials eet minstens één keer per week buiten de deur. Opvallend is dat diezelfde jongeren wel goedkopere oplossingen zoeken. Zij besteden per keer € 19,42. Dit is veel minder dan de andere generaties: generatie X besteedt gemiddeld €32,99, Babyboomers €30,66 en de Stille Generatie €29,29’, aldus Inga Blokker van het FoodService Instituut Nederland (FSIN).
Het FSIN laat jaarlijks onderzoek doen naar het koopgedrag van consumenten rond voedings- en genotmiddelen, zowel voor thuis- als buitenshuis gebruik. Zo ook eind 2016. Uit het recent gepubliceerde onderzoek dat onderzoeksbureau Q&A uitvoerde voor het FSIN, blijkt dat jongeren wat betreft hun foodaankopen niet in kanalen denken.
‘Jongeren doen minder weekboodschappen en beslissen pas op het laatste moment wat ze eten, hoe ze willen eten en waar ze dat gaan doen. Zij kopen en eten overal, net zo goed in de supermarkt als in het hippe restaurant of tussenvormen daarvan. Die trend ontstond in de Amerikaanse steden, maar bereikt ook ons land. Daarom zal blurring (de grensvervaging tussen Foodretail en Foodservice) flink groeien’, vult FSIN-directeur Jan-Willem Grievink aan.
Groei is er ook voor het ontbijtmoment buiten de deur, meldt Blokker. Veertien procent van de mannen doet dat minimaal een keer per week en van de millennials ontbijt 20% zelfs minimaal een keer per week buiten de deur.
Food uit de crisis
‘Wat we duidelijk kunnen concluderen, is dat food de crisis voorbij is. Het avondeten buiten de deur is terug op niveau van 2006. Toen at 18% van de Nederlanders minimaal één keer per week buiten de deur. Dat percentage zakte in de crisis naar 13% (in 2009) en is nu terug op 18%’, aldus Blokker. Buitenshuis eten en drinken is een groeimarkt: +4,5% in 2016. Van de totale omzet van voedings- en genotmiddelen (56,96 miljard Euro) werd 36,4% buitenshuis genuttigd. In 2013 was dat nog maar 34,4%. De totaalmarkt van voedings- en genotmiddelen steeg in 2016 met 2,1%.
Gemak en beleving winnen terrein
‘Wat betreft de koopmotieven achter de bestedingen zien we dat bij zowel jongeren als hun ouders de beide uitersten groeien: ‘gemak’ wint terrein, maar ook ‘beleving’.’ FSIN voorspelt dat de markt voor ‘gemak’ tot aan 2025 groeit naar 19,9 miljard Euro (nu 13,5). De markt voor ‘beleving’ groeit naar 20,4 miljard Euro (nu 15,3). Dat ‘gemak’ als koopmotief groeit, is ook te zien aan de forse groei van alles wat met bezorgen te maken heeft.
Boodschappen voor thuis is afgelopen jaar met 110 miljoen gegroeid (+18%) naar 710 miljoen Euro, zo bleek uit het FSIN rapport over fooddelivery. Daarnaast is de bezorgmarkt vanuit horecaconcepten met 11,2% gegroeid naar 990 miljoen Euro. ‘Dat alles betekent dat het ‘grijze midden’ – dus routinematig eten en boodschappen doen - onder druk komt te staan’, vult FSINdirecteur Jan-Willem Grievink aan. ‘Die markt is weliswaar groot (met 28,1 miljard Euro), maar die gaat licht krimpen en moet vooral terrein prijsgeven aan online.’
Interessant gegeven: Millennials zijn de grootste influencers van foodtrends, maar tevens grillig in hun beslissingen. Van alle generaties maken ze zich het meest zorgen om hun gezondheid (40% van hen versus 29% van de babyboomers), maar maken ondanks dat het minst allerlei bewuste keuzes: bij aankoop van eten en drinken vind ik het belangrijk dat wat ik koop… ‘gezond is’ (52% millennials versus 62% babyboomers), ‘hoeveelheid vet’ (31% millennials vs 44% babyboomers) ‘een natuurlijk product’ (28%, versus 42% voor babyboomers); ’lokaal geproduceerd’ (15% versus 20% voor babyboomers); ‘eerlijk en maatschappelijk verantwoord tot stand gekomen’ (43% versus 54% voor babyboomers).