De horeca blijft voorlopig dicht. Zo oordeelde de rechter vanmiddag in de rechtbank in Den Haag. Een aantal horecaondernemers had een kort geding tegen de Staat aangespannen met als inzet dat de horeca weer de deuren mocht openen. De rechter ging daar niet in mee. Over twee weken volgt de motivering van de uitspraak.
De Haagse horecaondernemer Michael Meeuwisse begreep niets van de tweede gedwongen sluiting en spande een kort geding aan tegen de Staat. Ruim zestig horecaondernemers schaarden zich achter Meeuwisse. De horecaondernemers voelen zich de dupe van de gedeeltelijke lockdown die het kabinet op 13 oktober afkondigde om het aantal coronabesmettingen te beteugelen. Voor een tweede keer dit jaar moest de horeca noodgedwongen de deuren sluiten.
Een dag na de tweede lockdown kwam naar buiten dat het Outbreak Management Team het kabinet heeft geadviseerd om te onderzoeken of de restaurants wel open konden blijven.
Berlijn
In het buitenland hebben dergelijk rechtszaken wel tot het versoepelen van de maatregelen geleid. In Berlijn gaf de rechter elf restaurantondernemers afgelopen vrijdag gelijk in een kort geding. Inzet van die zaak was versoepeling van de verplichte sluitingstijd van 23.00 uur. De rechter oordeelde dat de Duitse tegenhanger van het RIVM, het Robert Koch Instituut, met hun statisitieken niet heeft aan kunnen tonen dat een eerdere sluiting van de horeca extra voordeel oplevert naast de al ingevoerde beperkingen, zoals bijvoorbeeld het maximum aantal gasten.
