De Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) - die vaste arbeidsrelaties aantrekkelijker moet maken dan flexibele contracten - behoeft nog verdere uitwerking, zo blijkt uit econometrisch onderzoek van ABN AMRO. Sinds mei 2019 - de maand waarin de Eerste Kamer zou stemmen over het wetsvoorstel - werden in totaal ruim 77.000 arbeidsrelaties opgezegd als gevolg van de WAB: 5 procent van de 1,5 miljoen tijdelijke contracten.
In welke mate de wet invloed heeft gehad op het aantal tijdelijke arbeidsrelaties is moeilijk vast te stellen, omdat er sprake is geweest van verstorende invloeden, zoals conjuncturele schommelingen, de coronacrisis, de toenemende krapte op de arbeidsmarkt en andere factoren. Om het effect van de WAB inzichtelijk te maken zijn deze factoren uit het onderzoek gefilterd.
De opgezegde tijdelijke banen zijn echter niet aantoonbaar vervangen door vaste contracten. Opmerkelijk is dat werkgevers vooral in de aanloop naar de wet, die op 1 januari 2020 van kracht werd, massaal tijdelijke contracten hebben opgezegd. Sinds de invoering zijn vele ex-flexwerkers zzp’er geworden. In de meeste sectoren was een duidelijke substitutie zichtbaar tussen zzp’ers en flexwerkers. In de maanden dat de WAB leidde tot beëindiging van tijdelijke contracten, nam het aantal zzp’ers toe. Anderzijds nam het aantal zzp’ers weer af in de maanden dat werkgevers hun verwachtingen bijstelden en weer flexwerkers aannamen.
Vrouwen vier keer zo hard getroffen door WAB dan mannen
De effecten van de WAB verschillen sterk tussen mannen en vrouwen en per beroeps- en leeftijdsgroep. Zo zijn laagopgeleide flexwerkers, zoals schoonmakers, landbouwwerkers, bouwvakkers en productiearbeiders, zwaar getroffen. Ruim 15.000 van deze flexwerkers verloren hun baan. Gezien hun opleidingsniveau en kwetsbare arbeidsmarktpositie ligt het niet voor de hand dat hen een vast contract is aangeboden. Ook jongeren kregen harde klappen, met een daling van ruim 37.000 tijdelijke contracten. Deze werden door een gebrek aan werkervaring niet vervangen door vaste contracten. Daarnaast zijn vooral vrouwen onevenredig hard getroffen. Bijna 80 procent van alle flexwerkers van wie het contract is beëindigd, is vrouw. Dat komt mede doordat zij zijn oververtegenwoordigd in sectoren - zoals kinderopvang, thuiszorg, horeca en retail - waar kostenverhogingen minder eenvoudig kunnen worden opgevangen. Hogere personeelskosten leiden dan al snel tot ontslag. Bij mannen heeft de WAB mogelijk wél het gewenste effect gehad. Het aantal mannelijke flexwerkers nam met 2 procent af, terwijl ze tegelijk meer vaste contracten kregen maar ook vaker werkloos werden.
WAB leidt tot ‘waterbedeffect’
Uit het onderzoek van ABN AMRO blijkt dat werkgevers die werken met een flexibele schil door de komst van de WAB geneigd waren uitzendkrachten en interne flexwerkers door zzp’ers te vervangen. Hierdoor is een ‘waterbedeffect’ ontstaan, stelt Kamalika Patra, Sector Analist Zakelijke Dienstverlening van ABN AMRO. “De WAB is bedoeld om vaste arbeidsrelaties voor werkgevers aantrekkelijker te maken dan flexibele arbeidsrelaties. Uit het onderzoek blijkt dat al vanaf mei 2019 maar liefst 77.000 tijdelijke contracten zijn opgezegd, maar deze niet aantoonbaar zijn vervangen door vaste contracten. Flexwerkers kwamen deels in de WW terecht, terwijl werkgevers overstapten op zzp’ers. Zij pasten hun flexibele schil aan vooruitlopend op de kostenverhogingen die de WAB zou veroorzaken. Hieruit blijkt dat het doel van de WAB - meer werk- en inkomenszekerheid voor werknemers en meer flexibiliteit voor werkgevers - niet aantoonbaar is bereikt.”