In 1968 werd ik geboren in een landelijke omgeving. Mijn ouders hadden een café-restaurant met 150 zitplaatsen én een boerderij met een paar hectare grond en grote boomgaard. Als kind sorteerde ik appels voor de veiling. De kersen werden geplukt door mijn broers en jongeren uit de buurt. Wij teelden asperges, experimenteerden met een moestuin en er liepen zo’n 80 schapen in de wei naast de kippen, ganzen en kalkoenen.
Er waren zelfs twee vrolijke varkens die gek waren op de restjes uit het restaurant, en na een mooi leven eindigden als sappig karbonaadje op ons bord. Mijn vader slachtte weleens een kip of stroopte een haas, waar mijn moeder haar fameuze hazenpeper mee maakte. In de zomer haalden wij hooi en stro van het land zodat er genoeg veevoer was voor in de winter. Van de schapenwol lieten wij tapijten maken of wij verkochten het aan de hoogste bieder. En dat alles naast het bestieren van het restaurant.
Bij ons thuis was de cirkel redelijk rond. Risico’s werden gespreid en zelfredzaamheid stond voorop. ‘Voor als het erop aan kwam’, want bij mijn ouders stond de oorlog nog op het netvlies.
Hoe anders is dat nu in de samenleving. Meer dan ooit zijn wij afhankelijk van externe invloeden. Van een haperende voedselketen en stagnerende distributielijnen, tot ongeloofwaardige overheden en hun regelgeving. De ‘nieuwe’ bestuurscultuur stemt nog niet tot optimisme. Wat moet je daar als horecaondernemer nou van vinden?
Samen verantwoordelijk voor corona, maar los het vooral zelf op
‘Het kabinet legt komend najaar en winter de verantwoordelijkheid voor de bestrijding van corona neer bij de samenleving’, staat te lezen in een kamerbrief. Alle sectoren, en dus ook het MKB, mogen zelf met concrete voorzorgsmaatregelen en plannen komen hoe ze veilig open kunnen blijven. En mocht het toch op sluiting van bepaalde bedrijfstakken aankomen, dan wegen de oplossingen die bedrijven aanreiken mee in het besluit.
De overheid wil sluitingen voorkomen en beperkende maatregelen worden alleen bij een zware opleving van een virus overwogen. Naast het OMT, komt er schijnbaar een MIT (maatschappelijk impact team) met deskundigen die maatschappelijk advies geven aan het kabinet.
Dit klinkt allemaal heel mooi, want waar wij eerst niet mochten meepraten en elk voorstel in de prullenbak verdween, worden wij in de toekomst gehoord. Dit soort handreikingen zijn zeer welkom, gezien de horeca al genoeg tegenvallers voor de kiezen heeft gekregen. En wij staan nog voor heel wat uitdagingen, zoals het terugbetalen van de steun, extreme energieprijzen, torenhoge inflatie en dreigende voedseltekorten. Ons bordje is overvol.
Lokaal en het echt samen doen
Ik vraag mij af of ons ‘systeem’ nog wel is opgewassen tegen de uitdagingen van deze tijd. Onze invloed hierop reikt in ieder geval niet ver. Autoriteiten vertellen helaas niet altijd eerlijk wat ze van plan zijn of komen moeizaam in actie. Als ondernemer loop je hierop vast. Liever wil je weten wat voor vlees je in de kuip hebt en de regie in eigen hand hebben.
Op lokaal niveau heb je wat meer grip op het systeem. Dat burgers zich hiervan bewust zijn blijkt uit de gemeenteraadsverkiezing van afgelopen maart, waar de lokale partijen als grote winnaar uit de bus kwamen. Kunnen terugvallen op je eigen vertrouwde omgeving en samen lokaal optrekken, geeft rust en zekerheid. Je ziet niet voor niets steeds meer ‘communities’ ontstaan, met een eigen systeem, die min of meer zichzelf kunnen bedruipen.
Veel horecaondernemers hebben de kracht van lokaal omarmt de afgelopen jaren. Op menukaarten zie je mooie producten van lokale origine en wordt er gewerkt met kleinere bedrijven uit de regio zoals bierbrouwers en boeren. Oude bereidingswijzen en het werken met de seizoenen is terug van weggeweest. Er zijn restaurants met een eigen kruidentuin, maar ook grote moestuinen herrijzen. De ondernemers die ik spreek, lopen over van enthousiasme over hun eigen teelt. Het is duurzaam en je staat dichter bij de natuur.
Als je ziet hoe kwetsbaar wij als samenleving zijn, dan kan het een verstandige keuze zijn om als restauranthouder of horecaondernemer nog meer lokaal te gaan opereren. Naast het zelf ontwikkelen en inkopen, kun je dit verder uitbouwen naar andere aspecten van je bedrijf. Niet dat je jezelf van de wereld moet afsnijden. Maar wat meer onafhankelijk zijn en lokaal samenwerken kan geen kwaad. Vooral nu.
Over Monique van Gevelt
Monique is geboren en getogen in de horeca, in het restaurant van haar ouders. Daarna heeft zij meer dan 25 jaar gewerkt in de Internationale hotellerie en de meeting & events markt, in zo’n beetje alle disciplines, van medewerker tot commercieel directeur van een hotelgroep. Nu is ze eigenaar van Strategisch Horeca Advies en strategisch partner voor horecaondernemers. Verder is ze columnist en geeft ze trainingen aan de HM Academy op gebied van conceptontwikkeling en marketing.