In Nederland is fooi geen verplichting. In ons land heeft het horecapersoneel immers ‘gewoon’ een salaris, maar de fooi is daarop natuurlijk wel een welkome aanvulling. Voor de horecagast is het vaak moeilijk te bepalen wat een gangbare fooi is. In de basis is een fooi van vijf tot tien procent gangbaar, afhankelijk van hoe de gast de kwaliteit van de service en de producten heeft ervaren.
Maar waar komt het woord ‘fooi’ nu eigenlijk vandaan? Het woord is afgeleid van het Franse woord ‘voie’, wat reis of weg betekent. In de Middeleeuwen kreeg men vaak een afscheidsgeschenk mee voor een reis of een afscheidsmaal. In die tijd werd het woord aan dat gebruik verbonden. Het Engelse woord ‘tip’ is feitelijk een afkorting van ‘to insure promptness‘, wat je kunt vertalen als ‘verzekerd zijn van een goede service’. Er valt eigenlijk wel wat te zeggen voor het geven van een fooi vooraf, in plaats van achteraf. Op die manier kweek je goodwill en zal het personeel net een stapje extra doen om je verblijf te veraangenamen.
Tegenwoordig zijn er steeds minder mensen met contant geld op zak, dus de fooi wordt in toenemende mate gepind. Daarbij wordt het niet als netjes ervaren om een bedrag van 1,95 euro af te ronden naar twee euro. Een fooi van vijf cent wordt niet echt gewaardeerd, waardoor je eerder afrondt naar 2,50 euro. Wanneer je toch nog muntjes op zak hebt, dan wordt het door horecapersoneel vaak niet gewaardeerd wanneer je al je kleine muntjes over de tafel uitstort. Nu het fysieke geld is vervangen door ‘plastic geld’, blijkt het gemiddelde fooibedrag niet verminderd. Wat de gast nog wel moet aanleren is om bij het pinnen de fooi mee te nemen in het te betalen bedrag. Jij kunt daar als horecaondernemer bij helpen door standaard te vragen hoeveel fooi erbij gerekend mag worden. In een land als Oostenrijk is dat al vrij normaal, alhoewel Nederlanders het nog niet gewend zijn. Let er wel op dat je de fooibedragen omzettechnisch moet scheiden van de reguliere inkomsten. Dat kun je bijvoorbeeld doen door het fooibedrag uit de kassa te nemen en in een potje te doen, anders wordt het zo’n gedoe met de loonbelasting.
Ook de keuken verdient een fooi
De zwarte brigade is het uithangbord van een horecazaak en de door hen geleverde service wordt doorgaans als maatstaf genomen voor de hoogte van de fooi. Maar is dat wel terecht? Eigenlijk zou de horecagast de kwaliteit van wat uit de keuken komt mee moeten nemen in de hoogte van de fooi. Dat gebeurt lang niet altijd. Wanneer je invloed wilt uitoefenen op de hoogte van de fooi, dan zijn er wel wat trucjes, zoals de gast aanspreken bij naam, het geven van wat extra persoonlijke aandacht of het tekenen van een smiley op de kassabon. Dat laatste is niet alleen leuk, maar het werkt echt. Net als het aanbieden van een presentje bij de bon, zoals een lolly of een pepermuntje.
Goed, in de horeca is vijf tot tien procent fooi gangbaar. In hotels is dat tussen de twee en tien euro, waarbij je het geld vaak op het nachtkastje achterlaat voor de housekeeping. Het is ‘not done’ om slechts één euro achter te laten. Denk eerder aan een euro per nacht. Op een cruise is vijftien euro per dag per persoon gebruikelijk; het personeel moet er namelijk van leven. In het verleden kregen kappers ook een fooi, maar omdat de tarieven zo hard zijn gestegen is dat niet meer gebruikelijk. Taxichauffeurs krijgen vaak nog wel een fooi, vaak door het bedrag naar boven af te ronden. Uber laat klanten in de app een fooi geven aan de chauffeur. Het bedrag gaat geheel naar de chauffeur en het geven van de fooi kan tot dertig dagen nadat de rit heeft plaatsgevonden. En dan de klusjesman, schoonmaker of krantenbezorger… Ook zij zijn blij met een extraatje. Zoals je ziet is niet alleen de horeca gewend aan het krijgen van een fooi, maar is het een gangbare manier van het tonen van waardering voor de kwaliteit van de geleverde dienst.