Een traan zal ze wel laten, als op 5 augustus voor het laatst het licht uitgaat van haar geliefde Restaurant. La Mangerie uit Venlo houdt er na 39 jaar mee op. Bijna vier decennia lang bestierde Gerry Cals en haar echtgenoot Hans Cals met passie en overtuiging hun culinaire parel. Maar daar is ze zelf niet zo van onder de indruk. “We zijn nuchtere mensen. Dit is geen kunst, het is een levensstijl.”
De rake uitspraak wordt gedaan aan het eind van het interview en snijdt hout. In hun leven als horecaondernemers zijn zowel Gerry als Hans altijd dichtbij zichzelf gebleven. “We zijn in 1979 begonnen. Waren toen een van de eerste Bistro’s in Nederland. Dat was vrij nieuw. De eetcafés die er nu in de stad zijn, waren er toen helemaal niet. Dat is gegroeid.”
Zelf is ze ook gegroeid, want een carrière in een apotheek lag in het verschiet, totdat Hans de urgente behoefte kreeg om een eigen zaak te openen. “Hij wilde voor z’n dertigste een eigen restaurant. Is altijd heel erge ambitieus geweest en wilde altijd het maximale uit zichzelf halen. Ik ben samen met mijn gasten gegroeid in mijn rol als gastvrouw.”
Stage lopen
Elk jaar, als het echtpaar vier weken de deuren van het restaurant sloot in de zomer, Ging Hans stage lopen. Alle sterrenkeukens in Nederland heeft hij inmiddels wel gezien. Gevoed wilde hij worden, letterlijk en figuurlijk. “Hans heeft altijd de ambitie gehad om een Michelinster te halen. Het is helaas niet gelukt. Wel jarenlang een Bib Gourmand gehad en steevast een vermelding in De Lekker. Hij is een vakman pur sang, maakt alles zelf. Van de bonbons tot het brood.”
Boontjes doppen
En daar schuilt misschien het succes van veertig jaar ondernemen in de gastronomie: bevlogen vakmanschap en een tijdloze gastvrijheid. Gerry heeft altijd haar restaurant, met 43 couverts, willen neerzetten als een huiskamer. “De gasten moeten zich welkom en op hun gemak voelen. Hans en ik helpen elkaar overal bij. Zo kan het voorkomen dat ik in de middag bij de mise en place help, buiten een stoel neerzet en de boontjes dop. Dan komen er altijd gasten langs voor een praatje en vaak helpen ze dan ook.”
Waar veel restaurants een marketingstrategie hebben, het eten 'instagrammable' moet zijn en inboxen van vaste gasten vol geduwd worden met aanbiedingen en exclusieve kortingen, wordt in La Mangerie een nota met de hand geschreven, schrijft Gerry zelf de brieven naar de gasten en brengt ze die eigenhandig op de fiets rond ("Ik hou gewoon van fietsen").
Nu het einde in zicht is (“nog vijf weken volle drukte”), komen de herinneringen automatisch bovendrijven. “We hebben het eigenlijk altijd met z’n tweeën gedaan. Samen met leerlingen hebben we het bedrijf gedragen. Het is mooi om die jonge mensen iets mee te geven. Ook op sociaal vlak. We werden dan ook regelmatig opa en oma genoemd. Er is nog altijd contact en het is hartverwarmend om te zien dat ze iets uit het restaurant willen hebben als herinnering, nu de hele boel er uit gaat.”
Foodtruck
Want een restaurant komt er niet. Het pand is verkocht en het restaurant wordt verdeeld in twee woningen. Het echtpaar verhuist naar Zeeuws-Vlaanderen, maar een einde aan hun culinaire leven is niet definitief. “Nou, we houden nog wat opties open. We zijn het zo gewend om met gastronomie bezig te zijn. Een vriend van ons heeft een foodtruck en zolang we nog bevlogen en passievol zijn, sluit ik zeker niet uit dat we iets blijven doen.”