Koninklijke Horeca Nederland (KHN) is absoluut niet te spreken over de uitspraken die minister De Jonge afgelopen zaterdag in De Telegraaf deed over het testplan. Het achterstellen van horecaondernemers - zonder deugdelijke onderbouwing - gaat onverminderd door en is onacceptabel.
Nu perspectief voor de horeca opnieuw uitblijft, heeft KHN na een zorgvuldige overweging het besluit genomen om naar de rechter te stappen. De sector zou volgens De Jonge opnieuw achteraan moeten sluiten, terwijl de horeca een ontzettend belangrijke sociaal-maatschappelijke rol vervult. In de dagvaarding wordt ingezet op twee sporen: schadevergoeding en een spoedvoorziening om als horecabranche zo snel mogelijk weer open te kunnen.
Bodemprocedure
De steunmaatregelen zijn welkom, maar de NOW- en lastenverlichtingsregeling dekken bij lange na niet de vaste lasten van de horecaondernemers. De verliezen lopen dus op. De verplichte horecasluiting drukt disproportioneel op de branche. Keer op keer blijft perspectief uit met als gevolg dat veel horecaondernemers tegen enorme (financiële) problemen aanlopen. KHN start daarom samen met een representatieve groep horecaondernemers een bodemprocedure. In de vorderingen wordt de rechter gevraagd voor recht te verklaren dat de Staat onrechtmatig handelt door de grondrechten van horecaondernemers zo ernstig te schenden zonder de noodzaak daarvan behoorlijk te onderbouwen én zonder de schade te vergoeden.
Wetenschappelijke onderbouwing
Tegelijkertijd wordt de rechter gevraagd spoedvoorzieningen te treffen om de horeca zo snel mogelijk te heropenen en om inzage te krijgen in de adviezen en onderzoeksrapporten die de overheid heeft ter onderbouwing van de maatregelen voor de horeca. Daarbij wil KHN ook weten wat de overheid heeft gedaan met betrekking tot onderzoeken en beleidsafwegingen die in het buitenland hebben plaatsgevonden. Het tot de horeca te herleiden aantal besmettingen is altijd, ook toen de horeca met strikte maatregelen open was, relatief heel laag geweest. Daarom is het nut van een volledige horecasluiting niet evident. Sinds medio vorig jaar heeft KHN herhaaldelijk gevraagd om een concrete wetenschappelijke onderbouwing voor de strenge maatregelen voor de horeca, maar deze blijft tot op de dag van vandaag uit. Dat dit na ruim 11 maanden nog niet op orde is, is niet uit te leggen. Niet aan de horecaondernemers, maar ook niet aan het publiek.
De door de volledige Kamer aangenomen motie Dijkhoff, met de oproep om te kijken hoe versoepelingsruimte beter verdeeld zou kunnen worden, gaf een klein sprankje hoop. Maar in het interview in De Telegraaf gaf minister De Jonge aan dat het kabinet de testpaspoorten beperkt wil inzetten en dat de testsamenleving voor de horeca nog geen verbetering betekent. Volgens de minister gaat het om de epidemiologische ruimte die je te verdelen hebt en verdwijnt met het heropenen van de horeca alle ruimte, waardoor hij verwacht dat er de komende weken, misschien zelfs maanden nog weinig mogelijk is voor de sector.
De onderste steen boven
KHN wil middels deze uitvoerige bodemprocedure recht doen aan het gevoel van onrecht dat bij veel horecaondernemers leeft. KHN wil daarom het onderzoek inzien waarop het kabinet baseert dat er geen versoepelingen mogelijk zijn. De rekening wordt op dit moment bijna volledig bij mkb-ondernemers - waaronder de horeca - neergelegd, maar het is onduidelijk hoe de bewindspersonen tot hun beslissingen komen en vooral welke feiten daaraan ten grondslag liggen. KHN wacht niet tot een mogelijke parlementaire enquête om de waarheid boven tafel te krijgen, maar neemt zelf het initiatief.
Diep teleurgesteld
KHN-voorzitter Robèr Willemsen: “We zijn diep teleurgesteld in dit kabinet. Er wordt maar halsstarrig vastgehouden aan de epidemiologische situatie, terwijl medische parameters waarop beslissingen worden gebaseerd regelmatig wisselen. Ondertussen raakt de horeca steeds verder in de verdrukking. Er worden moties aangenomen die feitelijk niet worden uitgevoerd. We hebben tot op het laatst geprobeerd om in overleg tot een andere kijk en strategie te komen door te kijken naar wat er wél kan in plaats van alles hermetisch op slot te houden. De situatie is uitzichtloos en elke hoop op perspectief wordt horecaondernemers keer op keer ontnomen. Het is dan ook onacceptabel als er vanaf 2 maart geen versoepelingen voor de horeca mogelijk zijn. De verplichte horecasluiting plus het feit dat de steun vanuit de overheid niet 100% van de lasten dekt, betekent dat veel ondernemers het faillissement in de ogen zien, met alle gevolgen - zowel zakelijk als privé - van dien. Bovendien is er voor bepaalde groepen ondernemers, waaronder starters, helemaal geen compensatie. Dit is niet meer uit te leggen en kan zo niet langer doorgaan, genoeg is genoeg! We stappen daarom naar de rechter om meer steun en heropening af te dwingen.”