De horecasector kende een uitstekend tweede kwartaal dit jaar. Dat blijktuit de kwartaalupdate van de Rabobank In totaal kwam de omzet zelfs boven de gerealiseerde omzet van het pre-corona jaar 2019 uit. Ook de zomerperiode lijkt goed te zijn geweest. Al hebben de relatief warme en zonnige zomermaanden wel voor tegenvallers gezorgd bij leisure bedrijven die meer afhankelijk zijn van hun “binnen” omzet.
Als we naar het consumentenvertrouwen kijken zien we echter dat er donkere wolken samenpakken boven consumentgedreven sectoren. Het consumentenvertrouwen is sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer zo laag geweest. Het kan niet anders dan dat dit zich aan het einde van 2022 en het begin van 2023 gaat vertalen in lagere consumentenuitgaven. Rabobank verwacht dan ook dat de consumentenuitgaven kwartaal op kwartaal met 1 procentpunt zullen dalen.
Ondanks de mindere economische vooruitzichten en een krimp van de consumentenuitgaven verwachten we voor 2023 toch een groei van de leisure sector ten opzichte van 2022. Doordat er tot en met februari 2022 nog beperkende maatregelen golden en het internationaal toerisme pas later herstelde, kende de sector niet over het hele jaar een groei. In 2023 zal wel over het hele jaar groei zichtbaar zijn. Toch zal het herstel voor de sector nog niet volledig zijn. Als gevolg van de uitdagingen in de sector zal het herstel stokken op ongeveer 95% van het niveau van 2019.
Cafés lijden het meest tijdens een recessie
Historisch gezien wordt de horecasector relatief hard geraakt op momenten van economische tegenslag. In 2009 kromp de Nederlandse economie met 3,9%. De horeca verging het met een krimp van 5,3% slechter. Ook binnen de horecasector zijn de verschillen groot. Het is goed om daar duiding aan te geven. Om een goede indruk van de verschillen te krijgen kijken we naar de twee recessies in de periode 2008-2010 en 2011-2013.
Interessant is dat er tussen deze twee periodes verschillen binnen de sector waarneembaar zijn. In de periode 2008-2011 zag je dat met name hotels flink last hadden van minder internationale reizigers en besparingen van bedrijven. Dit resulteerde in een omzetdaling van ruim 8% in 2009. Hiermee kreeg de hotellerie binnen de horeca de grootste daling voor de kiezen. Door het herstel van het internationaal toerisme herstelde de hotelsector alweer in 2010 en 2011, waardoor de schade over de gehele periode beperkt werd. In de volgende economische dip van 2011-2013 is er sprake van een jaar op jaar groei van de hotelsector, die mede toegeschreven kan worden aan een sterke groei van hetzelfde internationaal toerisme. Door de crisis heen bleef dit groeien.
Cafés zagen de omzet in 2008, 2009 en 2010 drie jaar achter elkaar dalen. Pas in 2011 was er weer sprake van een jaar op jaar groei. De sector liet minnen zien van -1,3%, -7,4% en -0,5%. Ook in 2012 en 2013 daalde de omzet bij cafés. Geen enkele subsector liet in diezelfde periode twee jaar achter elkaar omzetdalingen zien.
Interessant is ook een verschil tussen restaurants. Zo zien we dat restaurants in de periode 2008-2010 een jaar op jaar omzetdaling laten zien. Kijken we vervolgens naar fastfoodrestaurants dan zien we dat dit type restaurants in dezelfde periode een jaar op jaar groei lieten zien. Sterker nog; sinds 2006 heeft de fastfoodsector met uitzondering van de coronaperiode jaar op jaar omzetgroei laten zien.
Uit bovenstaande cijfers kan gesteld worden dat cafés het hardst worden geraakt op het moment dat de economie achterblijft en consumenten minder gaan besteden. Fastfoodrestaurants lijken het meest crisisbestendig van alle branches binnen de horecasector.
Totale aanbod
Hoewel het totale aanbod binnen de horecasector nog groeiende is, zien we grote verschillen tussen de subsectoren. Opvallend in de ontwikkeling is dat het aanbod binnen de traditionele horeca aan het afnemen is . Waar het al jarenlang een trend is dat het aantal cafés afneemt, zien we nu ook voor het tweede jaar op rij het aantal restaurants afnemen. Vanaf oktober 2021 is het totale aantal restaurants met 98 afgenomen. Dit is een afname van ruim 1% van het totale aanbod. Daarentegen zien we nog wel een kleine groei van het aantal café-restaurants met 12. Als we kijken naar het totale aanbod van traditionele horeca (exclusief hotels) is er sprake van een afname van 444 locaties. De daling is veel groter dan het aantal faillissementen in de sector, wat aangeeft dat het aantal stoppers aan het toenemen is.
De groei van het totale horeca aanbod valt bijna volledig toe te schrijven aan de toename van het aanbod van bezorg- en afhaal restaurants. Dit type eetgelegenheden groeide sinds oktober 2021 met 689 locaties. Dit is de grootste stijging sinds 2015. Een verklaring voor deze stijging zien we in een relatief lage toetredingsdrempel en inspelen op de nog steeds aanwezige vraag binnen de gemakseconomie.
Wat verder opvalt in de aanbodcijfers is dat het aantal restaurants in de categorie “fastfood” sinds oktober 2021 met 81 is afgenomen. Voor het eerst sinds 2015 is er sprake van een daling in deze categorie. Het aantal hotels bleef in 2021 nagenoeg gelijk ten opzichte van een jaar eerder. Hiermee lijkt de groei van het aanbod aan hotels de afgelopen jaren te zijn afgeremd. Gezien de hotels die gepland staan om de komende jaren te openen is de verwachting dat deze groei slechts tijdelijk is geremd.
Formules blijven groeien
Het aantal horecabedrijven dat behoort tot een formule of keten horecabedrijven blijft de afgelopen jaren doorzetten. Hiermee lijkt de markt zich verder samen te voegen. Waar in 2012 nog 7 op de 100 locaties behoorde tot een keten, is dat 10 jaar later gestegen tot 11 op de 100 locaties. Deze stijging lijkt de afgelopen jaren te versnellen.
Sinds 2019 komt de groei van het aanbod in de horecasector voornamelijk van bedrijven die behoren tot een keten. In deze periode nam het aantal locaties dat behoorde tot een keten met ruim 900 toe. In diezelfde periode nam het aantal locaties dat zelfstandig werd gerund met 475 toe. Bijna 50% minder. De huidige ontwikkelingen binnen de Nederlandse horecasector maken het voor zelfstandigen steeds moeilijker om een winstgevend bedrijf te runnen. Als gevolg hiervan verwacht Rabobank dat de markt verder zal consolideren.