In de Scheveningse vissershaven vind je het Zeemanshuis, een café dat al sinds 1990 een toevluchtsoord is voor havenarbeiders, Engelse en Deense vissers, échte Scheveningers en een enkele verdwaalde toerist. “Alhoewel de havenarbeiders en vissers tegenwoordig op één hand te tellen zijn”, vertelt eigenaar Dick Dijkhuizen, die met zijn vrouw Sonja de afgelopen twaalf en een half jaar al aan het roer staat van dit authentieke café aan de haven.
Alhoewel deze horecazaak in de haven ligt, is het niet vis wat de klok slaat. “Ik heb vroeger een viswinkel gehad en in de vis gewerkt”, vertelt Dick, “maar je weet nooit hoeveel je ervan verkoopt en drie dagen oude vis schotel je je gasten natuurlijk niet voor. Wanneer je in de ochtend een voorraad klaarlegt en in de avond een deel moet weggooien, dan is dat zonde. Wanneer je echt iets met vis wil doen in je zaak, dan moet je daar eigenlijk een kok voor hebben, en dat past niet zo bij ons café. Bovendien zit Simonis om de hoek, dus ik verwijs de mensen door wanneer ze vis willen eten. Wat we wel hebben zijn vissnackjes, zoals gebakken garnalen of mosselen.”
Op het terras zitten op deze zonnige dag al redelijk vroeg enkele stamgasten. Het is een fijn plekje, onontgonnen gebied nog, ondanks de werkzaamheden in het havengebied. “We hebben heel veel vaste gasten, ook in de ochtend. Toch is ons bedrijfsmodel veranderd, want we gaan niet meer om acht uur ’s ochtends open zoals vroeger. Kijk maar eens in de stad, nergens zie je meer een koffiehuis zoals je die vroeger zag. Zelfs toen ze hier een groot hotel bouwden kregen we geen werklui over de vloer; ze hebben altijd zelf brood mee omdat ze van tevoren niet weten waar ze terechtkomen.” De typische havenlui zijn er niet meer: “Vroeger had je hier sleepboten met een vaste bemanning, maar dat is niet meer, want ze hebben geen vaste bemanning meer en varen alleen uit als ze opgeroepen worden. De mensen van de vaste bemanning zijn allemaal met pensioen. In de tijd van de oude eigenaresse, die de zaak zo’n 31 jaar geleden opende, kwamen er heel veel Engelse en Deense vissers over de vloer, het zat altijd vol met zeelui, maar er komen hier vrijwel geen vissersschepen meer. Er zijn er nog wel een paar, maar die komen uit Urk en de bemanning is direct weg na de schoonmaak. Het heeft onze doelgroep behoorlijk veranderd, want vroeger had je hier ongeveer 95 procent vissers - vooral Denen en Engelsen - over de vloer. Daarom was er vroeger, nog voor de tijd van de mobiele telefoon, een discreet telefoonhokje achter in de zaak, zodat ze zonder uitgelachten te worden ‘I love you’ tegen hun vrouw en kinderen konden zeggen. Je kon hier als zeeman ook je was doen en douchen; we hadden zelfs tandartsen en doktoren in ons bestand waar je terecht kon zonder je in te schrijven. Nu bestaat de doelgroep voor zo’n 90 procent uit vaste gasten, die ons café een ‘parel in de haven’ vinden. We zijn net als een parel best moeilijk te vinden namelijk, we liggen wat verscholen achter in de haven.”
Vriendelijke prijzen
Om de vindbaarheid te vergroten wordt er achter de schermen gewerkt aan een nieuwe website. “Daardoor denken we dat we wat makkelijker te vinden zijn. Veel mensen komen hier steeds weer terug als ze er eenmaal zijn geweest. Naast de Scheveningers hebben we ook gasten uit Brabant die hier iedere keer weer terugkomen als ze op Scheveningen zijn. Ze zijn dolenthousiast over onze zaak: ‘eindelijk een ouderwets zaakje’, zeggen ze dan. En dat klopt, bij ons geen gezonde maanzaadbollen met rucola en avocado op het menu, maar gewoon een broodje bal en een uitsmijter. En allemaal voor vriendelijke prijzen hoor, niet vergelijkbaar met de strandtenten even verderop. Een broodje bal koop je bij ons voor nog geen drie euro. Dat we zo’n authentieke uitstraling hebben wordt gewaardeerd; het lijkt wel of de horeca het niet meer zelf kan verzinnen. Wanneer de buurman paarse kussens heeft, en daardoor drie biertjes meer verkoopt dan jij, dan moet jij ineens ook paarse kussens hebben. Dat is jammer vind ik, zo worden alle nieuwe horecazaken een beetje hetzelfde. Net als de service in de horeca, met al die runners. De een mag alleen bestellingen opnemen, de ander alleen afrekenen… Het wordt er zo niet gezelliger op.”
Liever ‘het echte leven’ dan de horeca
Over personeel gesproken. Personeel vinden en behouden is sowieso lastig in de horeca. Ook bij Sonja en Dick. “We hebben een vacature uitstaan en daar kwamen een paar reacties op. We hadden een dame die er wel zin in had en was komen kijken. Toen ik haar belde om te komen beginnen haakte ze af. Ze was komen kijken op een zonnige dag, waardoor Sonja behoorlijk veel moest lopen van binnen naar het terras en terug. Dat begon zowaar op werk te lijken, dus dat schrikt dan af”, lacht Dick. Sonja: “Met mooie dagen moet je inderdaad veel lopen, maar normaal valt het best mee. Er zijn dagen dat de omzet bijna nul is, en dan krijg je gewoon betaald als werknemer, dus ik snap die instelling niet zo. Toch willen we er gauw iemand bij hebben, want op een dag zoals morgen – wanneer we een feestje voor 35 man hebben – is het wel echt nodig om extra handjes te hebben. Dick kan het zelf niet meer vanwege zijn gezondheid, dus dan is het voor mij wel stevig doorwerken.” “Ik ben inderdaad wat invalide”, zegt Dick. “Daarom moet er altijd iemand bij me zijn in de zaak, want ik kan het zelf niet meer. We hebben een tijd een hele goede jongen in dienst gehad, maar ook hij is ‘het echte leven’ ingegaan. Hij ging in de rioleringen werken, want daar verdien je drie keer meer. Ik neem het hem niet kwalijk, net als de mensen die een hypotheek en kinderen hebben… In de horeca verdien je gewoon te weinig om goed van te kunnen leven als je ervan afhankelijk bent; met 1600 euro in de maand gaat het gewoon niet. Horeca doe je omdat je het leuk vindt, maar niet om heel veel mee te verdienen. Dat geldt tenminste voor werknemers, want ik zie sommige horecaondernemers wel in flinke bakken rijden en verre reizen maken. Ondanks corona. Zo slecht gaat het bij sommigen echt niet hoor, alhoewel ze het naar buiten toe anders doen overkomen.”
De coronapandemie is in Nederland wat gaan liggen omdat veel mensen gevaccineerd zijn, maar de lockdownperiodes waren voor dit stel zwaar. “We hebben op de bank gezeten, net als veel andere caféondernemers. Meer konden we niet doen. Mensen vroegen ons weleens of we dan geen ruzie kregen, maar we zijn de hele tijd poeslief geweest tegen elkaar. Je moet wel, want je kunt ook niet de deur uit om ergens een biertje te gaan drinken”, grijnst Dick. “We hebben ons gemakkelijk bij de situatie neer kunnen leggen en zien dat de steun van de overheid ons, en andere horecaondernemers, overeind heeft gehouden. Wel was ons spaargeld op, maar we hebben geen schulden opgebouwd, ook geen belastingschulden. Natuurlijk leefden we zuinig en bestelden we niks via Thuisbezorgd. We kregen ook nog eens drank, vlees en andere dingen van vaste gasten. Zo lief van ze, echt geweldig. Die periode zijn we doorgekomen en nu draait het allemaal weer, alhoewel we binnen met de huidige regelgeving geen feestje kunnen bouwen. We houden wel ons hart vast voor het komende najaar, want er zijn toch veel mensen die zich niet aan de regels houden en zich ook niet laten vaccineren. Dat baart ons als ondernemers wel zorgen. Hopelijk verpesten ze het niet voor ons en komt er niet weer een lockdown.”
Om zich heen zien Sonja en Dick collega’s met schulden vanwege de coronabeperkingen. Sonja: “Schulden van twee ton zijn niet ongebruikelijk. Die mensen zullen op een andere manier op de bank zitten dan wij, minder relaxed in ieder geval. Toch zie je ook horecaondernemers die niet zo netjes met de situatie omgaan. Zo was er een bar hier in Den Haag die een crowdfunding had opgezet om de lockdown door te komen. Ze kregen heel veel geld, sommige gasten betaalden meer dan tweeduizend euro, maar toen de lockdown voorbij was hing er een briefje op de deur. Wat bleek? De zaak was dicht omdat de eigenaar drie weken op vakantie was. Je begrijpt dat iedereen die zaak de rug heeft toegekeerd en dat de eigenaar nu failliet is.”
Prijzen verhogen? Dat kost je klandizie
De prijzen zijn door veel ondernemers verhoogd om wat goed te maken na de coronaperiode. “Dat doen wij niet”, vertelt Sonja. “Bij ons kost zo goed als alles 2,50 euro. Dat kan ook niet anders, want wij moeten het hebben van de lokale gasten. In strandtenten rekenen ze al gauw zes euro voor een pilsje, maar ze zitten ondanks die prijzen toch wel vol. Alhoewel… Ik zie heel veel advertenties van die strandtenten voorbijkomen op Social Deal. Als je op die manier mensen binnen moet halen, dan heb je het vermoedelijk toch niet zo druk als je wil doen geloven. Je houdt aan zo’n deal weinig over.”
Niet alle ondernemers gaan goed voorbereid een horeca-avontuur aan en verslikken zich in het ondernemerschap. “Als je ziet wat mensen aan huur betalen, dan vind ik het niet gek dat ze over de kop gaan. Dat hadden ze van tevoren kunnen berekenen. Gelukkig hebben wij lage kosten. Maar ja, die mensen hebben ervoor getekend en vaak nog bij een brouwer ook, omdat de bank weet dat ze het niet gaan redden en hen niets wil lenen. Uiteindelijk krijgt de brouwer de schuld, maar dat is natuurlijk lariekoek. Zo’n bank is ook niet stom. Qua bedrijfsvoering houden wij het simpel. We werken veel met lokale leveranciers, zoals Van Leersum. Dat zijn goeie gasten en leveren vrijwel alles. We draaien natuurlijk ook best veel per week, ik schat zo’n vijftig kratjes bier per week en een paar fustjes erbij.” Ondanks het vertrek van de vissersschepen en de corona-obstakels die ontweken moesten worden weet dit stel iedere storm te trotseren in de prachtige vissershaven van Scheveningen. Als straks iedereen straks deze authentieke prachtzaak weet te vinden (het uitzicht is geweldig!), is er helemaal geen vuiltje meer aan de lucht. Maar dan moeten er wel een paar personeelsleden bij.
Blijf je graag op de hoogte?
Twee keer per week het actuele en relevante restaurantnieuws in je mailbox? Schrijf je hier in voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.