De combinatie van stijgende prijzen en het terugbetalen van verschillende soorten coronasteun zal voor meer faillissementen in de horeca zorgen. Dat denken onderzoekers van ING op basis van vooruitzichten voor volgend jaar.
De horeca heeft op dit moment te maken met flinke kostenstijgingen voor energie, inkoop, huur en personeel. Naar verwachting zullen de prijzen bij restaurants, lunchrooms en cafés nog dit jaar met circa 8 procent stijgen. De horeca zal de hogere kosten grotendeels moeten doorberekenen aan de gast om marge over te houden. Vanwege de sterke concurrentie in de afgelopen jaren en door de forse groei van het aantal horecazaken en verplichte sluitingen tijdens de coronapandemie, staat de winstgevendheid van restaurants en cafés al langere tijd onder druk.
Dat het aantal faillissementen in de horeca gaat stijgen, is een gevolg van de oplopende kosten. Maar wat moet je als ondernemer doen op het moment dat het water je aan de lippen komt te staan? Insolventieadvocaat Martijn Hoving van RWV Advocaten begeleidde meerdere faillissementen in de horeca en ziet dat horecaondernemers niet snel om hulp vragen. “Het is wel ‘horeca-eigen’ om niet snel hulp in te schakelen. Maar vaak is er nog genoeg om te repareren als het bedrijf in zwaar weer terechtkomt. Een insolventieadvocaat, zoals ik, adviseert ondernemers in financieel moeilijke tijden. In veel gevallen kunnen we een faillissement voorkomen, bijvoorbeeld door een herstructureringstraject in te gaan. Wat daarbij van belang is dat ondernemers snel handelen als ze cijfermatig zien dat het minder gaat met de onderneming. Hoe eerder wij bij de onderneming worden betrokken, hoe hoger het slagingspercentage is.”
De insolventieadvocaat zag de voorbijgaande coronajaren relatief weinig faillissementen, maar verwacht in de komende periode dat er relatief veel bedrijfsbeëindigingen en faillissementen zullen zijn.
Schuldeisers
Alleen rechtbanken kunnen faillissementen uitspreken. “Bij de uitspraak van een faillissement wordt een curator de ‘baas’ over de failliete onderneming. Die maakt een inventarisatie van de boedel. De curator moet eerst een beeld vormen van wat er op het moment van faillissement nog aan activa en schulden is.” De curator probeert er vervolgens voor te zorgen dat de schuldeisers worden betaald. Daarbij hebben schuldeisers zoals de Belastingdienst en UWV voorrang boven ‘gewone’ schuldeisers.
Een faillissement kan op een aantal manieren worden aangevraagd. De ondernemer kan dat zelf doen bij de rechtbank, maar ook schuldeisers kunnen het faillissement aanvragen. Dat kan alleen als er twee of meer schuldeisers zijn. De schuldeisers nemen een advocaat in de hand om het faillissement aan te vragen bij de rechtbank. Als een of meerder partijen faillissement hebben aangevraagd kan de ondernemer zich verdedigen tijdens de zitting, bijvoorbeeld door aan te tonen dat de schuldeisers nog wel betaald kunnen worden. Als de rechter het faillissement terecht vindt, wordt het faillissement officieel uitgesproken en stelt de rechter een curator aan.
Procedure
De curator neemt vanaf dat moment de beslissingen over de onderneming. De gefailleerde is verplicht om mee te werken aan het faillissement. Als de curator om informatie of stukken vraagt die voor de behandeling van het faillissement noodzakelijk zijn, dan is de ondernemer verplicht deze te delen. De curator begint vaak direct na zijn aanstelling met het verkopen van activa van de failliete onderneming. Pas daarna wordt duidelijk of er voldoende middelen zijn om de ‘gewone’ schuldeisers te betalen. Als dat zo is volgt een verificatievergadering, waarin de schulden worden vastgesteld.
Doorstart
Regelmatig maken ondernemers een doorstart met het bedrijf na een faillissement. Dat kan als de onderneming vanuit een rechtspersoon, zoals een bv, werd gevoerd. Bij doorstart na een faillissement gaat de failliete ondernemer in onderhandeling met de curator nadat het faillissement is uitgesproken door de rechtbank. Voordeel voor de ondernemer is dat niet het volledig personeelsbestand overgenomen hoeft te worden. Ook andere contracten dan arbeidscontracten gaan niet automatisch mee op de doorstartende partij, wat betekent dat deze zelf kan kiezen welke contracten hij of zij wil voortzetten. Het nadeel is dat de doorstartende partij in onderhandeling moet met de curator. Die curator behartigt niet de belangen van de ondernemer, maar de belangen van de schuldeisers: hij wil zoveel mogelijk geld in de boedel krijgen. Een doorstart betekent geld uitgeven. Je hebt als ondernemer dus nog wel enige financiële ruimte nodig om aan een doorstart te kunnen beginnen. Ook dat is dus een reden om niet te lang te wachten en alle privé middelen in de onderneming te steken, maar tijdig de mogelijkheden te laten beoordelen.
Einde faillissement
Een faillissement eindigt in de meeste gevallen wanneer de bezittingen te gelde zijn gemaakt. Het kan ook gebeuren dat een ondernemer ten onrechte failliet wordt verklaard; dan zijn er mogelijkheden om tegen het faillissement in verzet te komen of daartegen in hoger beroep te gaan. Dat moet wel vrij snel na de uitspraak en het is dus zaak om in een dergelijk geval snel advies in te winnen van een advocaat. Als de ondernemer ook in privé failliet wordt verklaard, dan zijn er soms mogelijkheden om het faillissement om te zetten in een wettelijke schuldsanering, waarmee er meer perspectief bestaat op een ‘schone lei’. In sommige gevallen is het mogelijk om het faillissement te laten eindigen door een akkoord aan te bieden.
Alternatieven
Zijn er ook nog andere mogelijkheden voor een onderneming met teveel schulden dan een faillissement? Sinds begin vorig jaar is de WHOA ingevoerd; dat is wetgeving die erop gericht is om een faillissement te voorkomen. De schuldenaar kan zijn schuldeisers een akkoord aanbieden en als er schuldeisers dwarsliggen, dan kan de rechter in sommige gevallen de schuldeisers dwingen om aan een dergelijk akkoord mee te werken. Dat biedt dus een mogelijkheid voor onderneming die op zichzelf levensvatbaar zijn, maar die door omstandigheden met teveel schulden zijn komen te zitten. Als die levensvatbaarheid er niet (meer) is, dan hoeft het ook niet per se tot een faillissement te komen, maar kan in sommige gevallen een faillissement worden voorkomen met een liquidatieakkoord of een turboliquidatie.
Dit artikel is tot stand gekomen met de medewerking van Martijn Hoving, ondernemingsrecht- en insolventierechtadvocaat bij RWV Advocaten.
Dit artikel maakt onderdeel uit van de Themamaand Financiën.
Blijf je graag op de hoogte?
Twee keer per week het actuele en relevante restaurantnieuws in je mailbox? Schrijf je hier in voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.